geweest. Men vond zulke ellen van hout en graniet uit verschil
lende tijdperken (op tekeningen kon de lengte worden gecontro
leerd) die vrijwel even lang waren.
Op de wanden der oudste pyramiden waren de ellematen op
lange rode lijnen nauwkeurig afgetekend.
Het eerste geval, waarbij de kleine Egyptische el wordt ge
noemd, wijst Lepsius aan in zijn bespreking van een Turijnse papy
rus betreffende het grondplan van het graf van Ramses IV.
Alexandre Moret81) onderscheidt in zijn beschrijving van de
oude maten de gewone el van 0.45 m en die van 0.525 m, welke
laatste door de koninklijke landmeters werd gebruikt, ook als
oppervlaktemaat (100 vierkante ellen 2756 m2). Voor grotere
lengten had men de iterou (Gr. schoinos) van =b 5000 el.
De sta was verdeeld in 2 remen, 4 heseb of 8 sa. Nog in de
XlXe en XXe Dynastie kenden de landmeters deze verdeling.
Men ontmoet enkele malen de uitdrukking: „een duizend land"
kho 10 sta.
Meetsnoeren, zoals in vorige afleveringen afgebeeld, zijn, voor
zover bekend, niet gevonden. Wel bestaan er nog metselaars
koorden, waarschijnlijk uit de Xle Dynastie82).
Het landmeterssnoer in Chaldaca was 120 ellen 59.4 m lang,
dat van de Egyptenaren in het Nieuwe Rijk mat 100 ellen (het
schriftteken voor 100 werd voorgesteld door een gestyleerde, op
gerolde meetkoord: 81
Van het meten door de oude Grieken is heel weinig te zeggen.
Heron van Alexandrië spreekt wel van meetsnoer, meetband, meet-
riem en zelfs van meetketting, maar iets naders vernemen wij van
die meetinstrumenten niet. Alleen zegt hij in kap. XXIII van zijn
,,Dioptra" dat er gemeten werd ,,mit einer Messkette oder einem
gepriiften Band, d.h. einem, das sich weder ausdehnen, noch zu-
sammen Ziehen kan." Aangezien men aanvaardde, dat de lengte
van een ketting onveranderd bleef, controleerde men de lengte
nooit.
Door Herodotus leren wij ook de maten boven de el kennen.
Hij spreekt van mensen, die hun land met Orgyien maten, zoals
anderen het deden met stadiën en schoinos (10 Orgyien 40 ellen
1 ayotutou). Deze ayoiufoo van 20 m was ,,zeer geschikt om
velden te meten", zoals in de schenkingsoorkonde van Edfu is
207
81A. Moret, Le Nil et la civilisation Égyptienne en: Histoire de la nation
Égyptienne, deel 2, blz. 493.
82) Somers Clarke and Engelbach. Ancient Egyptian masonry, Oxford, 1930.