gezegd. Het woord betekent eigenlijk snoer, meetsnoer (D.: Bin- senseil)Men kent het ook van de Egyptische hieroglypen in deze betekenis. Eigenlijk is het niet zo, dat het land met Orgyiën werd gemeten. In Egypte maten wel de armen met deze maat, maar rijkeren en heel erg rijken gebruikten de stadie, de parasang en de schoinos. Ez. 40.5 en 43.13 spreekt ook van twee verschillende ellen: de grote el is iets minder dan een palm langer dan de andere. Met de grote el werd steeds gewerkt bij de tempelbouw. Voor de ogen van de priesters werd met die el gemeten. Ze was reeds de 6e eeuw v. Chr. in gebruik en zeker uit Egypte ingevoerd. 8384 De kleine el wordt genoemd in 5 Mos. 3, waar men spreekt van het ijzeren bed, gemeten in ellen ,,naar de elleboog van een man" (hetgeen juist is: hier gaat het niet om het meten van bouw werken!) De Griekse maten zijn, in Herodotus' tijd, dezelfde als de kleine Egyptische el. Herodotus maakt geen onderscheid. Hoewel de Griekse maten van de Egyptische werden overgenomen, hebben de Grieken de voet als eenheid aangenomen. In Egypte werd de voet bijna niet gebruikt; de naam er voor, op gevonden ellen afgebeeld, is Ser (bet: 2/3). Zeker is wel, dat Griekenland vóór Solon en vóór Pheidon een eigen maatsysteem had, dat uit het Oosten stamde. Het Romeinse en het Griekse maatsysteem horen bij elkaar. Ze moeten beide ongeveer in dezelfde tijd van Egypte overgenomen zijn. Bekend is, dat Italië en Egypte reeds gedurende de XXVIe Dynastie veelvuldig met elkaar in verbinding traden. (Er zijn, vooral in Etrurië, vele voortbrengselen van echt Egyptische arbeid teruggevonden.) Echter ook in Italië is een bestaand systeem met de voet als basis verbonden aan het Egyptische el-systeem. De lengte van de Romeinse voetmaat is ons door vele voor beelden bekend. Als pes monetalis stond zij onder Staatstoezicht. De naam is afgeleid van Juno Meneta, in wiens tempel de standaardmaten (mensurae exactae) bewaard werden. Ze waren heilig verklaard. Van de originelen heeft Hultsch (Metrologie, blz. 88) verschillende lengten gevonden van 0.2960, 0.2957 m en soort- 208 83R. Lepsius, Die Langenmasse der Alten, Berlin, 1884. 84) Viedebantt, Altes und altestes Langenmasse (in: Zeitschrift für Ethnologie, Band 45, 957). 85) Helbig, Annali dell'Instituto Archeol. 1876, 242.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 4