natuurwetenschappen hebben het aanzien gegeven aan vele andere
soorten van gevaar opleverende inrichtingen. Men denke slechts
aan de snelle ontwikkeling van de atoom-energie. Desinfectie-
inrichtingen, vulcaniseerinrichtingen, zandstraalinrichtingen, herstel
plaatsen voor motorrijtuigen ontbreken in de wet.
In het nieuwe ontwerp is de voorkeur gegeven aan een systeem,
waarbij bedoelde lijst bij uitvoeringsbeschikking wordt vastgesteld
(zie art. 2, lid 2).
Bovendien hebben zich de bemoeiingen van' het Rijk, de provincies
en de gemeenten sedert 1875 sterk uitgebreid en heeft de wetgever
aan de lagere organen bevoegdheden verleend, met welke in de
Hinderwet nog geen rekening is gehouden.
Het voorliggende ontwerp bedoelt ook die voorschriften van het
besluit van 1941 (Besluit S.G. Sociale Zaken. 3 Nov. 1941, Ned.
Staatscourant 1941, no. 246) te legaliseren, welke in de praktijk
hun nut hebben bewezen.
Het stelsel van de bestaande Hinderwet*
Voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Hinderwet
moeten verscheidene stukken (beschrijvingen en tekeningen) wor
den overgelegd.
De vergunning wordt in het algemeen door burgemeester en wet
houder verleend. Het gemeentebestuur houdt een openbare zitting
waarop iedereen bezwaren kan indienen.
Ieder, die op de zitting verschenen is, heeft het recht bij de Kroon
in beroep te gaan.
De gemeenteraad kan verordeningen maken, waarbij bepaalde
gedeelten van de gemeente worden aangewezen, waar zekere soorten
inrichtingen zonder vergunning kunnen worden opgericht en ook
zulke, waarbij het geheel verboden is, zekere soorten van inrich
tingen in bepaalde gedeelten van de gemeente op te richten.
Art. 11 van het ontwerp opent de mogelijkheid, om bovenbedoelde
openbare zitting te doen plaats hebben door een of meer door het
Gemeentebestuur aangewezen ambtenaren. Voor grote steden was
de oude procedure (art. 7) een nodeloos bezwarende verplichting.
Verband Hinderwet en Veiligheidswet en andere wetten.
Van de aanvang af bestond er een band tussen Hinderwet en
Veiligheidswet in die zin dat de éne wet (in 1895: de Veiligheids-
wet) de naleving van de andere wet (in 1895: de Hinderwet) be
vorderde.
Bij de wijziging van de Hinderwet in 1896 werd deze band ver
sterkt.
Ongeveer 90 van de inrichtingen, waarop de Hinderwet van
toepassing is, vallen tevens onder de werking van de Veiligheidswet.
De uitvoering van beide wetten is opgedragen aan de Minister
van Sociale Zaken.
15