van gereproduceerde stukken. Zelfs de meest droge Officier van Justitie, zo begon spreker, zit niet altijd achter zijn schrijftafel. Hij bezoekt ook wel eens de bioscoop. Bij het aanschouwen van de scenes op het scherm weet hij, dat veel van het gebodene niet waar is, niet steunt op werkelijk plaats gehad hebbende feiten. Toch zal hij er hier niet aan denken, om procesverbaal op te maken. Hij ziet daar ook het journaal. Dat is (meestal) documentatie materiaal. Het is dus wel waar. Stel dat iemand, voorkomende op zo'n journaal, beschuldigd zou worden van een misdaad elders, dan zou hij, mede met deze film, zijn onschuld kunnen bewijzen. De film heeft dan in zekere mate bewijskracht. Ook dit is echter betrekkelijk, als we terugdenken naar de tijd van Hitler en Mus solini, die graag dubbelgangers gebruikten, waardoor het voor vele gevallen dubieus blijft, of op bepaalde films wel inderdaad de per soon voorkomt, die wordt voorgesteld. Eigenlijk kan de film alleen maar bewijzen, indien men het hele ontwikkelingsproces meegeleefd heeft. Met een kleine variatie is dit ook waar voor foto's en fotokopieën. Om deze bewijskrachtig te maken, moet daarbij een verklaring van een autoriteit worden over- gelegd. Na 1945 constateren wij een snelle ontwikkeling van de foto kopie. Het Beheersinstituut gaf fotokopieën van benoemingen en van akten en de Bank nam daar genoegen mee. Ook fotokopieën van volmachten worden geaccepteerd. Men weet, dat de Nederlandse notaris de minuten van zijn akten bewaart en afschriften uitreikt aan belanghebbenden. Deze af schriften zijn, voor wat de vorm betreft, wettelijk toegelaten. De Amerikanen echter aanvaarden geen afschriften van Nederlandse Notarissen, wel echter fotokopieën, die door geen sterveling authen tiek zijn verklaard. In ons bewijsrecht zal de fotokopie een grote rol gaan spelen. Ons B.W. kent de fotokopie nog niet. Het is geen schriftelijk stuk, maar het kan een geschrift worden, doordat partijen zelf onder de kopie een verklaring stellen. Met een liberale toepassing van de wet kan men wel tot deze uitleg komen. Nog een andere vorm is mogelijk. Een notaris zou de fotokopie kunnen afgeven als ,,copie collationnée". De notaris waarborgt dan de echtheid. Natuurlijk moet hij de originelen vooraf hebben gezien. De notaris mag die afschriften" echter alleen stellen op gezegeld papier. Na overleg met het Ministerie van Financiën is toegestaan, dat op de fotokopieën zegels mogen worden geplakt (reeds vóór de oorlog maakten vele vluchtende Joodse landgenoten van deze omstandigheid gebruik). Zulke stukken gelden als een begin van bewijs in geschrifte. Als de authenticiteit van ondertekeningen wordt aangevochten en de rechter moet een beslissing nemen, dan kan deze een grapholoog benoemen voor een nader onderzoek. 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 17