den gesteld op 500.000, van welke uitgaven dan wellicht mag
worden verondersteld, dat zij verband zullen houden met de zo
hoogst noodzakelijke krachtige uitbreiding van de ruilverkaveling.
In deze dienst is een belangrijk object tot bezuiniging aanwezig
en het vertrouwen mag worden uitgesproken, dat de Minister hier
de mogelijke bezuiniging zal betrachten.
Merkwaardig is het, dat bezuiniging op de kadastrale dienst
wordt gezocht in het verminderen van het aantal hypotheek-
bewaringen. Deze gedachte blijkt nog niet direct tot uitvoering te
zullen komen en het wilde enige leden voorkomen, dat op dit
punt wel heel weinig te bezuinigen zal zijn. De meetkundige dienst
zal zeker ter plaatse moeten blijven, het overbrengen van de be
waringen zal voor het publiek en in de eerste plaats voor het
notariaat ernstige bezwaren medebrengen.
Een der leden zou gaarne een verklaring ontvangen van het
volgende. De ontvangsten wegens verrichtingen van het Kadaster
en de hypotheken werden in de begroting 1948 geraamd op
310.447, terwijl ze in de Middelenwet werden gesteld op
1.697.552. De overeenkomstige bedragen waren voor 1949
270.000 en 1.232.000, voor 1950 1.500.000 en 1.500.000 en
voor 1951 1.750.000 en 1.750.000.
Hoeveel meetarbeiders zijn thans bij de kadastrale dienst werk
zaam en hoe is hun salariëring geregeld?
Is het juist, dat hier generlei promotiekans naar vakbekwaamheid
of aantal dienstjaren bestaat?
Antwoord van de Minister: Teneinde tot de juiste personeels
formatie te geraken werden van 1945 af de volgende aantallen
leerlingen voor de opleiding tot het ambt van tekenaar van het
Kadaster aan het Centraal Teken- en Opleidinqsbureau toeqelaten:
in 1946 32
in 1947 117
in 1948 56
in 1949 60
Totaal 265
Van dit totaal zullen omstreeks Januari 1951 ruim 200 als land
meetkundig ambtenaar of als tekenaar in de dienst werkzaam zijn.
Deze versnelde recrutering opent de mogelijkheid, aannemende
dat aan de dienst geen hogere eisen dan thans zullen worden ge
steld, over enige jaren te komen tot de geprojecteerde formatie van:
165 landmeters, 160 landmeetkundige ambtenaren A, 270 land
meetkundige ambtenaren en 50 tekenaars.
Uit deze cijfers blijkt, dat alsdan ruim 70 van de ambtenaren
zal bestaan uit ambtenaren van middelbare rang, n.l. landmeet
kundige ambtenaren en landmeetkundige ambtenaren A (maximum
salarissen 340 en 420).
Deze 70 heeft betrekking op het totaal van de ambtenaren,
46