bij wat men wel en wat men niet met bepaalde percelen mag doen.
Indien dus ten aanzien van een perceel wordt bepaald, dat geen
wijziging mag worden gebracht in het recht van de eigenaar, is
tegen opneming van dat perceel in het blok geen bezwaar. Ook
deze bepaling zal vereenvoudiging van het werk en bekorting
van de procedure tengevolge hebben.
De gewijzigde behandeling van een aanvraag in eerste aanleg,
de vereenvoudigingen bij de vaststelling van de rechten en de
veranderingen in de voorschriften voor de tervisielegging beogen
evenzeer besparing van tijd en arbeid.
Volgens het Ontwerp kan men de uitvoering van alle werk
zaamheden aanvangen na het nemen van het besluit tot r. Het
plan van wegen en waterlopen kan bij gedeelten worden vast
gesteld.
De pachtruil kan naar het oordeel van de Regering niet worden
geregeld in het bestek van een wet, die is ingesteld op de verka
veling van de eigendom. Het vraagstuk van de pachtruil dient
daarom behandeld te worden bij de te verwachten ontwerpen
inzake de pachtwetgeving.
Hoewel een grotere besparing van werk mogelijk zou zijn door
de in artikel 12 gestelde grens van vijf procent voor onder- of
overbedeling tegen de wil van de eigenaar te verhogen (veel
passen en meten zou daardoor bij de landmeetkundige afdeling
komen te vervallen), is deze wijziging niet aangebracht. Men
vreest terecht, dat daardoor het vertrouwen in de ruilverkaveling
zou worden geschokt. Vóór de stemming zouden de eigenaren
immers in het onzekere verkeren omtrent de oppervlakte grond,
die zij terugkrijgen.
De bezwaren tegen de bestaande regeling inzake de pacht waren,
dat de pachter rechthebbende was. Dit betekent, dat de procedure
omtrent de vaststelling van rechten op hem van toepassing is. In
het ontwerp is de pachter geen rechthebbende meer. Niet de
arrondissementsrechtbank, maar de pachtrechter beslist in gevallen
van een geschil.
Als sluitstuk van de regeling van de pacht, wanneer een goede
regeling op vrijwillige basis door de tegenwerking van een enkeling
dreigt te mislukken en diens belangen niet van dien aard zijn, dat
hij zich door die regeling terecht ernstig geschaad zou kunnen
achten, zal de mogelijkheid moeten bestaan een pachtverhouding
op te leggen, d.w.z. aan een verpachter, die zijn grond dus reeds
had verpacht, een andere pachter toe te wijzen. Het principe van
een vrijwillige regeling blijft echter voorop staan (art. 18).
Een Commissie uit het Nederlands Instituut voor Volkshuis
vesting en Stedebouw heeft een rapport uitgebracht over het ver
band tussen r. en stedebouwkundige maatregelen. Deze Commissie
52