de bevrijding werd ook aan deze studentenvereniging een ideale
kans geboden, om opnieuw te beginnen. De landmeetkundige stu
denten hebben deze kans, om een gelijkwaardige plaats in te
nemen temidden van de oudere studieverenigingen, aangegrepen
en het Lustrumboek getuigt wel heel sterk van de sympathie voor
dit gezelschap van de onderscheidene hoofden van diensten. Onze
Inspecteur, Hoofd van de afdeling Kadaster en Hypotheken, de
heer W. F. Stoorvogel, levert een bijdrage over het Kadaster in
het algemeen. Na dit korte artikel volgen de meningen van ver
schillende schrijvers over de mogelijkheden, welke de diensten in
ons land en in het buitenland de Geodetisch Ingenieur bieden.
Zo schrijft de heer J. M. H. Heines te 's-Gravenhage over ,,De
G.I. bij de Landmeetkundige dienst van het Kadaster"; de heer
J. J. Gorter over ,,De G.I. en de Ruilverkaveling"; de heer D. de
Groot over de Dienst voor Buitengewoon Landmeetkundig
Werk"; de heer Ir. A. J. H. Meertens over Rijksdriehoeksmeting";
Ir. A. J. van der Weele over ,,de G.I. bij de Meetkundige Dienst
van de Rijkswaterstaat", die, schrijvende over nadelen en voor
delen van specialisatie, opmerkt, dat het door die specialisatie
mogelijk wordt het middelbare en lagere personeel op te leiden
tot een zodanig niveau, dat hen een betrekkelijk ruim deel der
totale arbeid zelfstandig kan worden toevertrouwd, waardoor van
de opleiding en capaciteiten van alle personeelsgroepen het maxi
male profijt wordt getrokken. Ir. van der Weele constateert dat
het aantal academici bij de Meetkundige Dienst gering is in ver
houding tot de totale personeelssterkte zonder dat dit een verlaging
van de kwaliteit van het werk tengevolge heeft.
De heer C. A. J. von Frijtag Drabbe schrijft over ,,De G.I. bij
de Topografische Dienst". Ook de Landmeetkundige Dienst bij de
Gemeenten, de arbeid van de G.I. bij een Aardoliemaatschappij, bij
een particulier Ingenieursbureau, bij de Fotogramnetrie, bij de
Mijnmeetkundige Dienst vinden hun plaats in dit boek.
Tenslotte vinden wij nog in kort bestek een uiteenzetting van
de betekenis der physische geodesie voor de G.I. van de hand van
Prof Dr. Ir. F. A. Vening Meinesz naast een even korte be
schouwing over enkele werkzaamheden van de landmeter in
Ontario (Canada).
Mengelwerk" sluit deze verzameling van bijdragen af. ,,Snel-
lius" heeft onze schaarse kadastrale lectuur verrijkt met een vlot
leesbaar Lustrumboek. Het mag niet ontbreken in de bibliotheek
van een kadastraal ambtenaar, zeker niet in die van de landmeet
kundige ambtenaren.
Naar onze mening is de aankleding" smaakvol en de prijs laag.
Daarom brengen wij deze welkome uitgave gaarne onder de
aandacht van onze lezers.
W. K.
58