haar nut afwerpen bij andere onderzoekingen, die, naar wij hopen,
niet achterwege zullen blijven.
Voorts is het zeer nuttig, dat er aandacht besteed werd aan de
geschiedenis van de opleiding van landmeters in vroeger eeuwen
en aan hun wetenschappelijke basis. Dit onderwerp is ruim op
gezet. Het laat, natuurlijk, nog wel vragen open, maar houdt ons
toch een goed beeld voor uit de historie van het vak. We zien
hier ook weer duidelijk hoe het emplooi van de landmeter door
alle tijden heen sterk afhankelijk was van de mate waarin er
technische operaties (oorlog, droogmakingen, stedebouw, ontdek
kingsreizen) plaats vonden. Terwijl er ook uit op te maken valt,
dat de mathematica steeds het hoofdvak van de opleiding geweest
is.
Bij een ander onderwerp: het speuren naar de vroegste bewijzen
van een kaartschaal, ontgaat de recensent echter de betekenis
hiervan. Men komt ten slotte toch bij Erastosthenes terecht, m.a.w.
bij de eerste bepaling van de aarddimensies. En, waren ook niet
de kaarten uit Ptolemaeus' „Geographia" op schaal? (Of ze al of
niet in zijn tijd geconstrueerd zijn doet hier niet ter zake.) Zodra
immers een graadnet als basis voor een kaart optreedt kan men
toch wel van een schaal" spreken. Bovendien, was niet in de 14de
en 15de eeuwse Portolanen de grootst mogelijke nauwkeurigheid
betracht bij het op juiste schaal weergeven van de kustvormen van
de zeeën van Europa? Fouten hadden hier immers verlies van
levens en goederen ten gevolge!
Zoals bij ieder resultaat van een historie-onderzoek kunnen ook
de opvattingen van de heer Teeling wel eens bestreden worden.
Dit kan echter geen afbreuk doen aan de prijzenswaardige arbeid
die de schrijver hier voor ons vak heeft verricht. We willen ten
slotte elke geodeet aanraden van zijn publicatie kennis te nemen."
Salariscommissie ad hoe*
De Salariscommissie ad hoe kwam op Dinsdag 27 Februari 1951,
onder leiding van de wnd. voorzitter, de heer A. Mastenbroek, in
vergadering bijeen.
Over een tweetal voorstellen, resp. met betrekking tot een
interimregeling voor de vergoeding van ziektekosten van het Rijks
personeel en de invoering van een vacantietoelage, werd breed
voerig gediscussieerd. Besloten werd het eenstemmige standpunt
der organisaties aan de Minister van Binnenlandse Zaken kenbaar
te maken.
Voorts vond nog een korte gedachtenwisseling plaats over een
wijziging van het Reisbesluit en het deelgenootschap van de zgn.
losse arbeiders bij het Staatsbosbeheer in het Bedrijfspensioenfonds
voor de Landbouw.
Luchtkaartering Utrecht*
Mede door de voorgenomen belangrijke annexatie van ge-
66