van het bedrag. Voor de grondbelasting was het de lijst van
pachters met het aantal aroures ingezaaid" en het bedrag aan
artabes te ontvangen.
Wij weten niet, of er buiten de kadastrale staten, die hier
boven zijn beschreven, ook nog grondboeken in Egypte bestonden
in deze late tijd vóór onze jaartelling. Wel bezat de Romeins-
Egyptische administratie twee verschillende diensten, die de mu
taties van alle particuliere gronden en die van de „catéques"
afzonderlijk te boek stelden. Eerder dan omstreeks het begin van
onze jaartelling waren deze „mutatieregisters" er niet54).
Hypotheken werden in de Romeinse tijd elke 5 jaar vernieuwd.
De registers hadden het uiterlijk van grondboeken en men meende
in de bewaarbureaux aanvankelijk kadasters te herkennen. Daar
over heerst nu geen verschil van mening meer. Immers, de registers
voor de onroerende goederen waren, voor wat de omschrijving
betreft, zeer onvoldoende en dat zou gevaarlijk zijn, indien de
inschrijving als titel moest dienen. Van elders weten we echter
zeker, dat die inschrijving een zodanige betekenis niet had.
Ook heeft men de bureaux wel notariële archieven genoemd,
maar dat is door verschillende onderzoekers (Flore, von Woess
en vooral Schönbauer) voldoende weerlegd.
Het langdurige bezit alleen waarborgde de reële rechten. De
inschrijving in de Romeins-Egyptische hypotheekregisters was
steeds één middel onder vele om het bezit te vestigen. Het effect
van een inschrijving als b.v. die in het Duitse Grundbuch had de
handeling dus ook niet. Wel had het in de gedachten van de be
schermers ongeveer het effect van die in Frankrijk en Italië, al
blijven er natuurlijk verschillen.
In Egypte was aangifte vooraf slechts verplicht voor de akten
der provinciale notarissen men leze hiervoor o.m. O. Eger,
Grundbuchwesen)Er waren meer mogelijkheden om niet in te
schrijven, dan om het wel te doen en meestal wachtte men er mee
tot aan een mutatie. Als publiek register was het dus wel zeer
onvolmaakt.
De meeste inlichtingen omtrent Romeins-Egypte kwamen tot ons
in de laatste 50/60 jaren door ontdekking van inscripties, ostrawa
en papyri. De inscripties zijn bijna alle gewijde en ze zijn niet
talrijk. De ostrawa komen veel uit Opper-Egypte en hebben
meestal te doen met schattingen. De papyri zijn, wat belangrijkheid
en historische waarde betreft, zeer verscheiden, maar de vind
plaatsen beperken zich tot enkele districten. (De Delta gaf door
de gesteldheid van de bodem uiteraard weinig.) In het Nijldal
40
54) R. Taubenschlag, The law of Greco-Roman Egypt in the light of the
papyri, New-York, 1944.