De forma is tegelijk de legende van de meting en de grafische weergave; hij moest bevatten alle eigenaren en alle grenzen, de oppervlakte en de soort van eigendom, Schuiten (,,Römische Flur karte", opgenomen in Hermes, deel XXXIII, 1898) echter onder scheidt forma (D: Flurkarte) en libri aeris (de oorkonde met bijzon derheden van de Flurkarte). De grote omtrekken (de centuriatie) werden eerst in kaart ge bracht. Daarna bracht men de topografische aanduidingen aan of, zoals Frontinus het zegt: het brons moet eerst de plaatsen aan duiden, dan de oppervlakten en tenslotte de cultuur. Volgens Hyginus is het inbrengen van de namen der eigenaren en ieders oppervlak het essentiële van dit kaartwerk. Nog later werd de strigatie ingetekend, want de Romeinse forma was perceels gewijs ingericht. In zijn ,,Condicionibus agrorum" vertelt Hyginus: Ziehier hoe in de laatste tijd een door Augustus aangestelde, een man van wapenen en uitstekend op de hoogte van ons vak. Panno- nische gronden toewijzende aan de veteranen volgens de wil en de vrijgevigheid van Keizer Traianus Augustus Germanicus (53 117) zich niet tevreden stelde, met op het brons op de plans, welke op bronzen platen werden gegraveerd) te noteren de opper vlakte, die hij aan ieder van hen toewees, maar er ook op aanbracht de omtrek van elk perceel.Ook de delen, welke niet in de meting zelf waren opgenomen, moesten op de plans voorkomen. En als alleen de omtrek in palen werd gezet, zoals bij heilige bossen, moest die omtrek met een gesloten lijn worden aangebracht, waarnaast de namen van de naburige terreinen met gespatieerde letters werden ingeschreven. De communale gronden werden eveneens afgepaald. Op elke hoek van een publiek bos werd een paal geplaatst. Zo werd de veelhoek op het plan ingetekend. De opschriften in gespatieerde letters stonden over de gehele uitgestrektheid van een eigendom. Voor de loca publica en voor de geconcessionneerde domeinen werd dus dezelfde soort van beschrijving gebezigd. De door ons geciteerde schrijvers zijn het echter niet geheel eens over die kaartbeschrijving. Volgens Frontinus worden bergen en stromen op de brons" alleen maar aangeduid: hun grenzen zijn niet gekaarteerd. Hyginus vertelt, dat de oppervlakte van stromen dikwijls wordt vastgesteld op die van de ruimte, welke zijn bedding inneemt. Het netwerk van de centuriatie, in welke ook een stroom ligt, wordt door die stroom niet onderbroken. Het kadastrale plan werd in twee exemplaren opgemaakt en bewaard; het origineel werd gedeponeerd in de hoofdstad van het gekadastreerde gebied. Breken of vervalsen van zulke bronsplaten gold als Peculat, gelijk dit voor breken of veranderen van wetstafels was gesteld. 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 10