Hell Kadaster in de Tweede Kamer (SS)
Bij de openbare behandeling van Hoofdstuk VII B (Financiën)
heeft men ook deze maal nog tijd kunnen vinden, onze diensten
in de debatten te betrekken. De Heren Ritmeester en Engelbertink
waren de woordvoerders. De Heer Ritmeester zei:
In de regeringsuitzending van 15 Jan. j.l. over Hilversum I
sprak ir. Rienks van de Cultuurtechnische Dienst over het urgentie
programma voor de ruilverkaveling. Het urgente ruilverkavelings-
werk heeft betrekking op een oppervlakte van 300.000 ha en daarbij
zal ook de kadastrale technische dienst zijn taak te vervullen hebben.
Aangenomen kan worden, dat met het bestaande apparaat van
landmeters en landmeetkundige ambtenaren A ten hoogste 15000 ha
per jaar kunnen worden behandeld, zodat de urgente werkzaam
heden reeds 20 jaar zouden duren, terwijl er dan nog 700.000 ha
zullen overblijven, die eveneens voor ruilverkaveling in aanmerking
komen. Daarnaast zal het aantal particuliere metingen, dat reeds
stijgende is stellig nog toenemen. Belopen de onafgedane posten
reeds niet meer dan 30.000
De eisen, die aan het prestatievermogen van de kadastrale dienst
zullen worden gesteld, zullen zonder twijfel hoger worden, en in
dit licht bezien zou men dus de vraag mogen stellen of het aantal
ambtenaren van 645, dat de minister over enige jaren (hoeveel
zijn er dat, 6, 8, 10?) als formatie projecteert, wel als het juiste
te beschouwen is; het zou wel eens heel anders kunnen zijn. Ik
moge hierbij tevens opmerken, dat het aantal ambtenaren bij de
technische dienst op het ogenblik lager is dan voor de toekomst
wordt geprojecteerd. Alleen de indeling wordt anders; ook daar
door kan een belangrijke bezuiniging ontstaan.
Op 1 Jan. 1951 telde de technische dienst 5 ingenieurs-verifica
teurs, 200 landmeters en 5 adjunct-landmeters, in totaal dus 210
hogere ambtenaren, van wie 203 bij de velddienst en 2 bij de
administratie. De minister stelt zich nu voor, dit aantal over enige
jaren terug te brengen tot 165, dit wil zeggen 40 minder of ongeveer
25 Is dit vak nu topzwaar of niet?
De 135 landmeetkundige ambtenaren A en de 155 landmeet
kundige ambtenaren, die de dienst op het ogenblik telt, zullen
worden vermeerderd in aantal tot resp. 160 en 270. Dat gaat dus
de goede richting uit, maar daarmede zijn wij er niet!
De minister zegt in de Memorie van Antwoord, dat, wanneer
er jongere landmeters zouden zijn, die hun taak bij het kadaster
niet in overeenstemming achten met hun academische opleiding,
dit naar zijn mening alleen kan worden toegeschreven aan de
mentaliteit van vele pas afgestudeerden om in hoge mate belang
stelling te hebben voor zware theoretische problemen en de vraag
stukken van deze tijd te onderschatten.
81