Bij de behandeling van de kadastrale dienst heeft de Heer
Engelbertink gezegd, dat hij het op prijs zou stellen, indien, ik mag
wel zeggen, de „capaciteit" van de hogere ambtenaren bleef ge
handhaafd, voor zover dit de ruilverkaveling betreft. Nu mag ik
dit opmerken, dat, toen de minister daarmee instemde, beide Heren
zich waarschijnlijk niet realiseerden, dat reeds 80 van de ambte
naren, die bij de ruilverkavelingsdienst werkzaam zijn, bestaat uit
middelbaar personeel, zodat, wanneer er op een ogenblik door de
Heer Engelbertink hulde werd gebracht aan die dienst, dit en
dit zal deze geachte afgevaardigde wel willen bevestigen zeker
ook sloeg op de middelbare ambtenaren, die daarbij werkzaam
waren, en dat is nu wel van buitengewone betekenis, omdat ik
mij dus hierop kan beroepen bij het vraagstuk van de bijhoudings-
dienst, die in het algemeen een eenvoudiger karakter heeft dan de
ruilverkavelingsdienst, zodat ik mag concluderen, dat, als de minister
thans mededeelt, dat in de toekomst 50 middelbaar personeel zal
geplaatst worden bij de bijhoudingsdienst, dat inderdaad reeds
direct van grote betekenis is, maar wij rustig kunnen aannemen,
dat dit percentage kan worden uitgebreid tot 80 Bij het nieuwe
ontwerp ruilverkavelingswet wordt in de Memorie van Toelichting
aangegeven, dat op het ogenblik door de kadastraal technische dienst
bij de ruilverkaveling ongeveer 10.000 ha per jaar worden verwerkt
en dat dit zal moeten worden uitgebreid tot 20.000. Dit wil niet
zeggen, dat het personeel verdubbeld zal moeten worden, maar
toch wel, dat het personeel inderdaad met een niet gering aantal
zal toenemen. In dat geval zullen er dus hogere ambtenaren bij
komen, maar ook, en niet onwaarschijnlijk, 80 middelbaar per
soneel en nu kan men toch verwachten, dat in elk geval dat middel
bare personeel een zo goed mogelijke opleiding ontvangt; dan eerst
zijn we op de goede weg.
Wanneer ik nu zie, dat de Minister voornemens is om over een
zeker aantal jaren - ik herhaal mijn aandrang, dat de minister
zal zeggen hoe groot dat aantal is een aantal middelbare ambte
naren van de technische dienst te plaatsen ook bij de bijhoudings
dienst, geloof ik, dat inderdaad op dat punt een aanmerkelijke
bezuiniging zal worden verkregen, want men moet niet vergeten,
dat tenslotte bezuiniging ook tot stand kan worden gebracht, indien
bij uitbreiding van de dienst uiteindelijk meer personeel nodig zou
zijn en dit personeel uit de middelbare rangen kan worden ge-
recruteerd inplaats van uit de hogere. Het zal ook op de duur
gewenst zijn, de middelbare ambtenaren van het kadaster tot
hogere middelbare ambtenaren te laten promoveren, zoals ook bij
de dienst der belastingen en bij andere diensten het geval is. Ik
dring er sterk op aan, dat de minister deze zaak nog eens beziet,
en zich afvraagt of het niet mogelijk is tot een reorganisatie te
komen, die beter is dan die op het ogenblik plaats heeft en waarbij
de hogere ambtenaren, die thans van de Technische Hogeschool
komen, de geodetische ingenieurs, de plaats krijgen, die hen krach-
84