De blijvende belangstelling van de Staten-Generaal bij de be groting van Financiën voor ons betrekkelijk kleine dienstvak heeft het personeel van deze dienst niet onberoerd gelaten. Op grond hiervan is het verklaarbaar dat zowel in de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde als in ons corps, aandacht wordt geschonken aan de besprekingen in dit hoge College en tevens aan de eventuele gevolgen, die ons persoonlijk zullen raken. De belangen die hierbij op het spel staan zijn niet voor allen gelijk en dit in aanmerking nemende, zal men bij voorbaat moeten accepteren dat de inzichten evenmin altijd parallel zullen lopen. Hiertegen is geen bezwaar mits deze verschillende zienswijzen zijn gebaseerd op zakelijke argumenten en openlijk worden bekend gemaakt. Aldus zal men respect moeten en kunnen tonen voor uiteenlopende meningen. De geheimzinnige sfeer waarin het bestuur van de Vereniging voor K. en L. meent deze zaak te moeten behandelen is o.i. hiervoor niet bevorderlijk. Wij zijn allen, hetzij hogere-, middelbare- of lagere ambtenaren, leden van een vrij kleine werkgemeenschap die zeer nauw samen werken en daardoor in ruime mate op elkaar aangewezen. De wederzijdse goede verhoudingen komen onze prestaties en dus ons dienstvak, stellig ten goede. Wie hieraan zijn medewerking onthoudt, handelt o.i. onjuist. Dit is het geval in de streng vertrouwelijke'brief, door een der gewone leden van de Vereniging voor K. en L. gericht tot de leden van deze vereniging, welk lid op een zeer onzakelijke wijze zijn standpunt t.a.v. de toekomstige personeelsformatie kenbaar maakt. Volgens deze briefschrijver is o.m. het beschavingspeil van ons corps (behoudens natuurlijk de goede uitzonderingen) te laag om ooit de middelbare eindrang te kunnen bekleden. Hier is geen sprake meer van een zakelijk argument, maar wordt de grens van het goed fatsoen overschreden. Betwisting van een dergelijk oordeel is overbodig en ongewenst. Het corps l.a. en tekenaars acht zich hierdoor beledigd en ver oordeelt scherp deze uitlating. Wij weten echter eveneens, dat er binnen de Vereniging voor K. en L. velen dit met ons eens zijn. Met allen die aldus denken en tonen respect en begrip te hebben voor onze rechtvaardige verlangens en opvattingen, willen wij gaarne nu en in de toekomst blijven samenwerken in ons dienstvak, dat de inspanning van het gezamenlijke personeel zeker nodig heeft. 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 20