De witte delen hiervan reflecteren het licht diffuus, de zwarte delen absorberen het practisch geheel. Na de belichting wordt het raster van de film verwijderd door het door een ontrasterapparaatje te trekken. Daarna kan de ontwikkeling plaats vinden als beschreven bij het „OcéM-procédé, waarbij dus weer alleen kleurvorming plaats vindt, daar waar de gevoelige laag intact is gebleven (positief beeld). Met de transparante kopie worden dan volgens de gewone doorlichtmethode het gewenste aantal lichtdrukken gemaakt. Op de tentoonstelling zagen we daarvan in werking de ,,Entocé"-Combine, een afdrukmachine, die geheel automatisch van transparante originelen 600 tot 1200 afdrukken (het aantal is afhankelijk van de belichtingsduur) vervaardigt op het A 4 formaat (21 X 29.7 cm). Een teller zorgt voor het gewenste aantal te vervaardigen kopieën per origineel. Na de belichting wordt het lichtgevoelige materiaal automatisch op het juiste formaat afgesneden, ontwikkeld, ge droogd; de afdrukken worden automatisch opgestapeld. Aangezien het maximum formaat van de rasterreflectografie A 4 is, denken we bij de kadastrale toepassing behalve aan brieven b.v. ook aan ons veldwerk. Bij toepassing kan het voor velen hinderlijke carbon vervallen, hetgeen naar we menen, een vlotter schetsen bevordert. Het spreekt echter vanzelf, dat wanneer minuutveldwerk op vol- doende-licht-doorlatend papier gemaakt werd, directe lichtdrukken gemaakt zouden kunnen worden, wat ongetwijfeld economischer is. 5* Micrografie-Microkaart, De meest interessante stands waren ongetwijfeld die van de Micro-documentatie, door verschillende firma's vertegenwoordigd. Het maken van micro-films met behulp van de fotomicrografie is het vervaardigen van sterk verkleinde fotokopieën met als een van de meest voor de hand liggende voordelen: ruimtebesparing. We zagen opname-installaties, volautomatische ontwikkei- machines, copieermachines en leesapparaten in velerlei uitvoeringen. Bij de microfilmtechniek kunnen we drie formaten onderscheiden: de filmstrook, de filmstrip en de micro-kaart. De filmstrook is een al of niet geperforeerde film van 35 mm breed (d.i. de breedte van de z.g. normaalfilm, zoals die in de bioscopen draait) en van een willekeurige lengte. De filmstrip is dezelfde film, maar dan verdeeld in kleine ge deelten (standaardlengte 228 mm), waarbij men de tot één serie behorende strips kan bewaren in speciale passende hoesjes. De micro-kaart is een vlakfilm, die momenteel in 2 opname formaten in gebruik is, n.l. 9X12 cm het vroeger veel gebruikte fotoformaat en 7.5 ,X 12.5 cm, dat men thans het internationale bibliotheekkaartformaat noemt, omdat het vooral gebruikt zal worden ten behoeve van het internationale leenverkeer tussen bibliotheken. Het vermelden van de bovengenoemde apparatuur geeft reeds een algemeen inzicht in de gang van zaken van deze techniek. De 92

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 24