Ongetwijfeld is het een voordeel van de filmstrook, dat deze
automatisch behandeld kan worden in een speciaal geconstrueerde
ontwikkelmachine, die de film achtereenvolgens ontwikkelt, spoelt,
fixeert, spoelt en droogt. Deze werkwijze is veel vlugger en dus
economischer dan het afwerken van microkaarten, die vrijwel stuk
voor stuk behandeld moeten worden.
Een instantie echter als de Algem. Techn. Afdeling van de Ned.
Centrale Organisatie voor Toegepast natuurwetenschappelijk On
derzoek (kortweg T.N.O. genoemd) is een enthousiast verdediger
van de microkaart. Zij heeft op verschillende plaatsen in Nederland
ploegen die zich met researchwerk bezig houden en daarvoor veel
literatuur moeten kunnen naslaan. Microkaarten van deze literatuur
en een leesapparaat stellen hen in staat een gehele bibliotheek als
het ware steeds bij de hand te hebben. Als bezwaar van de rolfilm
noemt de T.N.O. 1Het materiaal is lastig te hanteren, omdat
het dikwijls op niet verwachte wijze ontrolt, 2) Het spoelen en
terugspoelen van de film is tijdrovend, maar vooral het opzoeken
van een bepaalde bladzijde. 3) Het is niet gemakkelijk een leesbare
titel op de filmrol aan te brengen. 4) Het leesapparaat wordt inge
wikkeld door de noodzakelijkheid van spoelen en filmtransport.
5) De kans van krassen op de film is vrij groot. 6) Het opbergen
van de filmstrips en filmrollen is voor de wetenschappelijke werker
geen aantrekkelijke bezigheid. Nee, zegt de T.N.O., met de micro-
kaart gaat het literatuuronderzoek sneller en beter. De wetenschap
pelijke werker kan nu de noodzakelijke literatuur naast zich op zijn
bureau in zijn kamer hebben in de vorm van microkaarten. Geen
bezoek meer aan bibliotheken of wachten op aangevraagde boek
werken. Het opbergen en terugzoeken van microkaarten gaat snel,
het lezen in een leestoestel gemakkelijk, zodat de onderzoeker met
weinig tijdverlies zijn gegevens kan inzien.
Passen wij dit eens toe op ons veldwerk. Dan stond de negatieve
microkaart op een centrale plaats, dus daar waar zich nu het kopie
veldwerk bevindt en een positieve kopie berustte op de kantoren.
Dan kon iedere landmeter of landmeetkundig ambtenaar in een
klein archiefbakje het gehele veldwerkachief van verscheidene ge
meenten op zijn werktafel plaatsen.
Dan geen heen en weer geloop meer naar archief of naar ambte
naren op andere kamers, geen gezoek, geen getelefoneer naar andere
bureaux, waar de stukken zijn uitgeleend. Geen afwerking van de
kopie meer, zoals thans, geen collationneerwerk.
De kaartjes kunnen in volgorde staan van gemeente, sectie en
archiefnummer. Zij zijn vlugger te vinden en op te bergen dan de
tegenwoordige stukken in de portefeuilles en archiefdozen.
In het leesapparaat gezet geven ze een duidelijke, al of niet
vergrote reproductie van het origineel. In hoeverre het beeld inder
daad voor onze dienst duidelijk genoeg wordt geacht, zou eerst
na een verschillende malen herhaalde proef kunnen worden uit
gemaakt.
94