Hoe het zijde microkaart is bezig op verschillend gebied terrein
te veroveren. In Amerika is men reeds vrij ver, mogelijk ook omdat
men moeilijkheden kreeg met de ruimte, als gevolg van de enorme
uitbreiding der wetenschappelijke bibliotheken. Ik las eens het (on
waarschijnlijke) verhaal dat men microkaarten kan kopen, waarop
de krant was opgenomen. Dit veronderstelt een vrij algemeen ge
bruik van leesapparaten, wat niet is aan te nemen. Men zou achter
over in een stoel gezeten de krant op het plafond kunnen lezen.
Wel kan men op microkaart kopen b.v. de annalen van het
Amerikaanse Congres, publicaties van de United Nations, Ameri
kaanse en Engelse wetten, encyclopaedieën in de Russische taal e.d.
Een van de nieuwste typen der leesapparaten, de „Microvist",
is een weinig plaats innemend toestel, dat gemakkelijk op een bureau
gezet kan worden. De micro-kaart wordt tussen 2 glazen plaatjes
vastgehouden en aan de onderkant belicht. Het beeld wordt door
een zich daarboven bevindende lens opgevangen, die het in een
metalen spiegel projecteert. De spiegel kaatst het beeld op de
tafel terug. Door de spiegel hoger of lager te stellen wordt het beeld
groter of kleiner. Wanneer men de spiegel wegneemt projecteert
men op het plafond. Vermoeidheid van de ogen treedt blijkens de
ervaringen van de werkers van de T.N.O. niet op. Men is tenslotte
van mening dat het experimentele stadium achter de rug is.
Hoewel deze uitspraak erg positief klinkt, moet men inderdaad
respect hebben voor de prachtige resultaten, die op de tentoon
stelling konden worden getoond, maar vooral ook voor de grote
vooruitgang in de ontwikkeling van de apparatuur en met name
voor de ingenieuze snufjes op het gebied van het automatisch op
nemen met de microkaartcamera.
Er stond een Duits apparaat opgesteld, gebouwd volgens de
aanwijzing van Dr. Goebel, die reeds in 1936 met proefnemingen
op dit terrein begon en die nu verbonden is aan de Ned. Document
reproductie N.V. te 's-Gravenhage. Na een enkele voetbeweging
heeft niet alleen de belichting (opname) plaats, maar verschuift
tevens de cassette voor een volgende opname. Het is zonder meer
duidelijk dat de apparatuur bij micro-opnamen van veel belang is.
De ontwikkeling hiervan zal in nauw verband staan met de resul
taten. In de laatste jaren heeft men niet stil gezeten en er is geen
enkele reden om te verwachten dat nu het hoogtepunt is bereikt.
Integendeel: vooral de toepassing staat, naar ik meen, nog aan het
begin. Ik denk ook aan de micraat-opname, waar men momenteel
weinig van hoort, maar waarmee het in 1937 reeds mogelijk was
1000 bladzijden te fotograferen op een oppervlakte van 7x/2 ,X 12^
cm, terwijl men nu reeds werkt met een verkleining van 1 300
(normale verkleining 1 20) waarbij 10.000 bladzijden in plaats
van 50 worden verkregen, d.w.z. dat men b.v. de gehele Winkler-
Prins op enige filmkaarten in zijn binnenzak kan steken. Verschil
lende instanties zoeken naarstig naar oplossingen van hun pro
blemen door middel van lens en gevoelig materiaal. In het leger
95