is één van de onderdelen van de strategie: de optische oorlog
voering, Men bedoelt hiermede natuurlijk ten eerste het fotograferen
uit de lucht, ter verkrijging van situatiefoto's, (Er worden specia
listen gevormd in het lezen van deze foto's). Maar ook de foto-
micrografie vond in de laatste oorlog ruime toepassing. De brieven
van de soldaten naar huis werden door geautomatiseerde camera's
met grote snelheid op filmband vastgelegd, naar Amerika gevlogen,
en automatisch vergroot en verzonden. Dat hiermede veel vervoers
ruimte was vrij gekomen voor andere doeleinden spreekt vanzelf.
En daarom was het te doen.
Hoe vaak spionnen microfoto's van belangrijke vijandelijke doelen
naar hun land hebben overgebracht, zal wel nooit bekend worden
en evenmin, hoeveel waardevolle documenten op deze wijze gered
zijn.
6. Onderzoekingen op kadastraal terrein*
Met bovenstaande beschouwingen heb ik slechts in algemene
lijnen een overzicht kunnen geven van verschillende reproductie
procédé^. Maar ik zou te kort schieten in mijn taak wanneer ik
niet zou memoreren het belangrijke werk, dat van kadastrale zijde
reeds is verricht op het gebied van de microfilm, met name door
de landmeter van het kadaster de heer G. S. van den Berg.
Gemicrofotografeerd werden n.l. drie registers van overschrijving
(akten), ieder van 400 blz. met het beeldformaat 24 X 36 mm,
waarvoor een filmrol van 25 m nodig was.
In zijn lezing, gehouden in December 1948 voor het Congres
van het Ned. Genootschap voor Documentreproductie, zei de heer
Van den Berg: ,,De reproductie (in het leesapparaat) voldeed aan
alle te stellen eisen van duidelijkheid. Om dit te illustreren behoef
ik u slechts mede te delen, dat sommige reproducties van heel
oude registers zelfs nog beter leesbaar waren dan het origineel."
,,Toch", zei spreker verder, „was het resultaat in ander opzicht
niet erg bevredigend. De onderzoeker noemde dan als bezwaren:
1. het telkens moeten verwisselen van de spoelhouders (in het lees
apparaat) voor het opzetten van een nieuwe film, 2. het telkens
moeten afrollen van de film voor het terugzoeken van een bepaalde
akte, 3. de sterke slijtage van de film door dit heen en weer draaien.
Men ziet het: dit zijn ongeveer dezelfde bezwaren, die de T.N.O.
reeds noemde. De heer Van den Berg vond het dan ook gewenst
meer proeven te nemen met de microkaart. Dat was in 1948. Het is
mij niet bekend, hoever dit onderzoek thans is gevorderd. Ook bij
het Kadaster is men er echter van overtuigd, dat mechanische
reproductie bij de besproken registers vereist is en dat gestreefd
moet worden naar de invoering van meer efficiënte werkmethoden.
In principe kunnen we het daarmee volkomen eens zijn. De
vraag is natuurlijk: welke mogelijkheden bieden de diverse systemen
voor onze dienst. De beantwoording van deze vraag is niet een-
96