's nachts de puntige palen (Gr. opoi), dienende ter afscheiding van
de percelen, herhaalde malen wegsleepten.
Wij hebben overal geconstateerd, dat de Romeinse landmeter
begon met de uitzetting van de D.M. (wegen van 40 voet on
geveer 12 m). Niet de Kardo (met een breedte van 20 voet; zie
.Schriften der röm. Feldmesser", I, 194, 212) is dus de basis,
hoewel er plaatsen zijn gevonden, die op het tegenovergestelde
wijzen. Als men van deze voornaamste lijnen (wegen) spreekt in
de oude bronnen, noemt men de D.M. steeds het eerst. Frontinus
wijst ons ter verklaring op de praktijk van de augures, die ook
eerst de lijn Oost-West uitzetten; hij is daarom verwonderd, als
hij op oude tekeningen ziet, dat de kardo maximus de langste is
en blijkbaar als de voornaamste wordt gekarakteriseerd.
Intussen blijkt wel, dat de theorie ook hier niet steeds werd
gevolgd. Vaak richtte men de D.M. zelfs niet naar het Oosten
of Westen, maar naar de opkomende of ondergaande zon, veran
derlijk naar de seizoenen (bij Carthago gold b.v. het tijdstip van
de zomersolstitutie, bij Sousse dat van de wintersolstitutie) en men
vergrootte de afwijking nog, door niet de werkelijke opkomst of
ondergang, d.w.z. niet het verschijnen of verdwijnen van de zon
aan de „absolute" horizon waar te nemen, maar eenvoudig de plaats,
waar deze achter een berg verscheen of verdween.
Het komt ook voor, dat men de d.m. plaatste in de richting van
de langste terreinzijde. Liep er door een centuriatie een grote weg,
dan gebruikte men deze als d.m.
In de U.S.A. bedient men zich voor de verdeling van uitgestrekte,
ongecultiveerde gebieden, welke voor verkoop worden vrijgegeven,
van een landmeetkundig systeem, dat ook uit historisch oogpunt
beschouwd, interessant is.
In tegenstelling met het sectional system" van Canada (waar
de afmetingen van de „lots" variëren van 400 m X 1000 m tot
600 m ,X 1200 m: vergelijk het art. Korte beschouwingen over
enkele werkzaamheden van de landmeter in Ontario" door H. Klin
kenberg, voorkomende in het Lustrumboek 1950 van ,,Snellius")
begint men daar met het uitzetten van lijnen, parallel aan de
Meridiaan, op afstanden van een statue mile" 1523 m.
De parallellen worden op gelijke afstanden rechthoekig gesneden
(de base-lines).
Aldus is het terrein verdeeld in miles of land" vierkanten
van 1523 X 1523 m2 2.59 km2.
Ook hier spreekt men van section". De lengte-eenheid door de
Romeinen toegepast de mille passus 1479 m komt ongeveer
overeen met de „statue mile". De analogie tussen het Amerikaanse
systeem en de regels der Romeinse landmeetkunde gaat nog wel
verder. Hoewel de Amerikanen hier evengoed als elders er ver van
staan, zich te bekommeren om historie of traditie, toch herhalen zij
72