bij de verdeling een praktijk, welke reeds meer dan 20 eeuwen ge leden door de Romeinse landmeters werd toegepast. In Afrika leefde de methode lang voort. De latere fiscale een heden, door Diocletianus ingevoerd in het gehele Rijk, droegen daar reeds de naam van centurie. Buiten Italië is deze verdeel- en meetmethode ook aangetoond voor gedeelten van Cyrenaica, in het Domein door Ptolemeus toe gevoegd aan de Romeinse Staat, in Spanje, waar de centurie een rechthoek van 400 iugera geweest zou zijn en waar de decumanus op het Westen en de Kardo op het Zuiden was georiënteerd. Misschien is omtrent deze gebieden in de laatste jaren meer bekend geworden; wij hebben deze bronnen niet volledig onder zocht. Ook in Engeland heeft men naar sporen van centuriatie gezocht. In zijn „Roman Centuriation of the Middlesex, 1908" heeft Mon tagu Sharpe een poging ondernomen, om de Romeinse meetmethode aan te tonen. Naar het oordeel van bevoegde onderzoekers is die poging niet geslaagd104). Dan kennen wij nog een belangrijke kadastrale inscriptie uit een Frans gebied, dat nauw met Nederland verbonden is: n.l. uit Orange (het Romeinse Arausio). Zij komt voor op een Romeinse steen, van welke men in verschillende jaren fragmenten heeft terug gevonden en samengevoegd fig. 1 blz. 74). De auteurs zijn van oordeel, dat dit monument stamt uit de 2e eeuw en dat de vindplaats ligt op de omtrek van het oude forum105) 10°). Men leest (waarschijnlijk) het volgende: Sinistra decumanum XI citra Kardinem III en IV ex tributario (volgt cijfer) redactus in colonicum CXV sinistra decumanum XIX citra Kar dinem IV, ex tributario (volgt getal). Redactus in Colonicum LXII. De inscriptie is doorsneden door een dubbele lijn die men terug vindt in de delen, welke van deze steen reeds bekend zijn. Zij geeft dus een plaatsbeschrijving en wijst op een geheel systeem. In het stadhuis bewaart men nog een tweede steen met kadastraal opschrift. Deze beschrijft andere percelen. De grote inscriptie op de marmerplaat van 0.50 m X 0.55 m X 0.03 m (fig. 2 blz. 75) heeft letters van 1.7 cm hoog. Zij behoort tot dezelfde tijd als enkele kleinere fragmenten (eerste helft le eeuw), al zijn daar de letters de helft kleiner. Een herhaalde bestudering heeft vastgesteld, wat aan deze steen ontbreekt. Uit het nog zicht bare deel is af te leiden, hoe de volledige tekst luidt. Wij hebben 73 104zie o.a. F. Haverfield in een artikel in The Engl. Hist. Review, deel 33, bl. 281 e.v. en het artikel ,,Air~Photography" van C. E. Curven in: Economie Hist. Society. 105Bulletin Archéologique du Comité des Travaux Historiques et Scient., 1928/1929, Paris, e.a. 106Louis Chatelain, Les monuments romains d'Orange, bl. 129.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 5