Resumerend kan worden gezegd, dat in het algemeen gesproken
in een streek met uitsluitend gelijk ontwikkelde boeren en grond
eigenaars het er eigenlijk niet op aan komt door wie van hen
de grond moet worden geschat en het is natuurlijk het beste
wanneer hiertoe de vertrouwensmannen worden benoemd.
Met de uitkomsten der schattingen zal in 't algemeen dan ook
een ieder accoord kunnen gaan.
Anders wordt het evenwel, wanneer het ontwikkelingspeil in
het blok grote verschillen vertoont, want dan dient men er voor
te waken, dat niet een bepaalde eigenarenclique hetzij alle moge
lijke voordelen naar zich toehaalt, dan wel zich in de oppositie
bevindend niet anders dan obstructie voert.
In dit laatste geval zou men een objectiever systeem van
waardeschatten moeten invoeren, dan het tot op heden gebruikelijke.
Dit is nu reeds lang in Zwitserland het geval. De Zwitserse
manier van schatten komt hier op neer, dat een aantal reeds er
varen schatters wordt benoemd, welke van buiten het blok af
komstig zijn. Bovendien wordt een aantal schatters in de schattings
commissie opgenomen, welke in het blok van ruilverkaveling wonen,
maar hier geen belang bij mogen hebben.
De schatters van buiten het blok behoren meestal tot de betere
boerenstand en zijn mensen met een zekere beschaving en ontwik
keling, die al eerder elders hebben geschat en daardoor onder
vinding hebben opgedaan of wel zij behoren tot het corps leraren
in de landbouwkunde en hebben derhalve een middelbare tot hogere
opleiding genoten, 't Merendeel dezer schatters die dus geen
belang hebben bij de uitkomsten der schattingen behoort tot
de leidinggevende categorie van mensen in die bepaalde streek of
dat kanton en men mag dus van hen verwachten, dat zij de bij
het schatten van de grond optredende waardeverschillen objectiever
kunnen beoordelen, dan hun minder ontwikkelde collega's uit het
blok, die dit slechts éénmaal in hun leven moeten doen. Stoffelijk
wordt de waardering van hun kennis dan ook zo uitgedrukt,
dat laatstgenoemden in het algemeen het halve daghonorarium
van eerstgenoemden ontvangen.
Het aantal reclames van de zijde der intellectuele grondbezitters
vermindert, omdat zij vertrouwen hebben in de capaciteit en inte
griteit der van buiten het blok afkomstige schatters.
Dat de Zwitserse schatters geen belangen mogen hebben bij
een ruilverkaveling is niet het enige verschil tussen deze en de
Nederlandse methode.
Een groot verschil vertoont ook de wijze, waarop het stelsel
van classificatie van de grond wordt ontworpen, hetwelk in
Zwitserland sedert 1912 in zwang is gekomen en daar goed vol
doet.
Vóórdat met de classificatie wordt begonnen, vindt een terrein
bezichtiging plaats, waartoe alle grondeigenaren mede worden uit-
144