Daarenboven genieten zij, in de periode van verlof, van gunst tarieven op de Rijksspoorwegen, Zwitserland. Inzake verlof is de grote meerderheid der lagere ambtenaren onderworpen aan de wet van 6 Maart 1920, op de duur van de werktijd bij de spoorwegen en andere verkeersondernemingen. Volgens artikel 10 van die wet is het verlofstelsel als volgt opgemaakt: 7 dagen voor 7 jaar dienst; 14 dagen voor 8 jaar dienst, of vanaf de leeftijd van 28 jaar van de ambtenaar; 21 dagen voor 15 jaar dienst, of vanaf de leeftijd van 35 jaar van de ambtenaar; 28 dagen vanaf de leeftijd van 50 jaar. Tot voor zeer korte tijd waren de andere ambtenaren onder worpen aan de'wet van 1 April 1913 volgens dewelke het verlof stelsel is opgemaakt in overeenkomst met het ontvangen loon, met een minimum van 3 weken voor de lagere en tot 4 weken voor de hogere wedden. Turkije. Verlof van een maand met mogelijkheid tot samenvoeging met maximum van 3 maand over 3 dienstjaren. U.S.A. De Regeringsambtenaren genieten van een verloftijd van 26 dagen per jaar, België (hangende stelsel). De bestuursambtenaren-generaal krijgen een maand verlof. De agenten van le kategorie hebben recht op een verlof: van 15 werkdagen, zo zij minder dan 20 dienstjaren tellen; van 18 werkdagen, zo zij 20 dienstjaren tellen; van 24 werkdagen, zo zij ten minste 30 dienstjaren tellen. Onder dezelfde voorwaarden van anciënniteit: hebben de agenten van 2e kategorie recht op 15, 17 of 21 werkd.; hebben de agenten van 3e kategorie recht op 15, 16 of 18 werkd.; hebben de agenten van 4e kategorie recht op 15, 16 of 17 werkd.; genieten de tijdelijke agenten van een eenvormig stelsel van 15 werkdagen per jaar. De rechtbanken van eerste aanleg, de beroepshoven e.d. genieten zelfs 2 maanden per jaar verlof. De Nederlandse regeling is in deze serie wel wat zuinig uit gevallen. Bodemkartering aan de stadsrand van Utrecht. Ten behoeve van de verdere uitwerking van het structuurplan 161

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 45