streeks 1 Januari 1950 tonen de omvang van de bemoeienis van het kadaster met de ruilverkaveling. Behalve de herverkaveling van Walcheren (15000 ha) waren op die datum in uitvoering 45 objecten met een oppervlakte van 53.000 ha. Sedert de voor afgaande 25 jaren waren tot stand gekomen 67 blokken met een oppervlakte van 43.000 ha. Aangevraagd en in voorbereiding, maar nog niet gestemd waren 219 objecten ter grootte van 222.000 ha. Van de kadastrale dienst wordt verwacht, dat hij per jaar ongeveer 20.000 ha gereed zal maken. Aangezien de behan deling van een ruilverkaveling gemiddeld 4 a 5 jaar vordert zullen dus weldra 80.000 a 90.000 ha op de ruilverkavelingsbureaux in bewerking zijn. Niet onvermeld moet nog blijven de goed ingerichte opleidings school voor tekenaar van het kadaster te 's-Gravenhage en de moderne reproductiedienst in Amsterdam. Het kadaster bewaart in zijn archieven de gegevens omtrent de ligging en de omschrijving van het onroerend goed, waarin een zeer belangrijk deel van het volksvermogen is gëinvesteerd en dat in steeds groeiende mate als onderpand dient voor credieten, welke in de volkshuishouding zo'n belangrijke rol vervullen. De tegenwoordige en toekomstige rechthebbenden op onroerend goed en de hypothecaire schuldeisers stellen een vrijwel onbegrensd vertrouwen in de kadastrale administratie, waartoe de landmeet kundige dienst de onmisbare gegevens verstrekt. Het is daarom plicht om de nauwkeurigheid en betrouwbaar heid van de kadastrale gegevens tot hoge graad op te voeren. Deze taak heeft de liefde van de ambtenaren van dit dienstvak en opvallend is dat deze liefde en toewijding voor het werk met het ouder worden nog schijnt toe te nemen. Kadasters in de Oudheid (VII!) door W. KOOPMANS Zoals de gegevens van de landmeters ons dus laten veronder stellen, was de romeinse forma: het plan de legende. Wij bespraken hier echte fragmenten. Naast deze zijn er nog wel getuigen in de schetsen, voorkomende in de landmetershand boeken. Deze schetsen lijken meermalen schematische reproducties van de formae: simpele tekstillustraties zijn het niet, want ze be vatten verscheidene gegevens, die de tekst niet heeft. Bovendien corresponderen zij of met de tegenwoordige topografie (als voor Spello, het oude Hispellum) öf met de oude topografie (als voor Minturnes in Ombrië, dat ons in de landmetersschetsen wordt ge toond als doorsneden door de Lyris, conform aan de passage uit Plinius. Deze schetsen, door Mommsen en Schuiten onderzocht, hadden slechts ten doel een algemeen terreinoverzicht te geven met aan- 120 (Met toestemming gewijzigd overgenomen uit het „Lustrumboek" van het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius".)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 4