opeenvolgende luchtfoto's, die hij als één stereoscopisch beeld ziet,
scherp als één punt, n.l. de loodlijn van het terreinpunt, onder het
plastisch waargenomen meetmerk in zijn kijker (zie figuren 2 en
4) Hij kan dan tevens de hoogte van dit punt (bij onze kaart op
30 cm nauwkeurig) aflezen en de tekenaar vertellen, welk terrein-
punt hij onder het meetmerk gebracht heeft.
Automatisch wordt nu bij de tekenaar de tekenstift (zie figuren
4 en 5) boven het te tekenen punt op de kaart gebracht.
Het neerlaten van de tekenstift geschiedt niet meer door de
178
Fig. 5
Detail-afbeelding tekentafel van de Wild A 5.