Men ziet, dat er naar gestreefd is (meer dan tot heden geschie
de), gebruik te maken van foto-kopie en lichtdruk. Wanneer aan
stonds de Foto-technische Dienst in staat zal zijn langs fotografi
sche weg calques te vervaardigen, die goed bijgewerkt kunnen
worden, kan dus ook het minuutplan een lichtdruk zijn. Kleuren
kunnen geheel door arceringen worden vervangen. De neografieën
zullen daardoor geheel kunnen vervallen.
De bestaande Duitse plans vormden de basis voor de calques.
Evenals bij ons worden in Duitsland diverse schalen gebezigd.
Naast de gebruikelijke komen zeer ongewone voor als b.v. 1 a 625,
1 a 312.5, 1 a 3300 en dergelijke meer.
De formaten der plans zijn in de meeste gevallen gelijk aan de
onze; een enkele maal komen er ook voor, die half zo groot zijn.
De wijze van bijhouding is echter wel een geheel andere. Naar
onze mening kan de Duitse methode een vergelijking met de in
Nederland gebruikelijke niet doorstaan.
Op de Duitse plans wordt niet geradeerd. Wanneer een grens is
vervallen, plaatst men een teken Xin het betreffende lijnge
deelte, terwijl bij het vervallen van een kleur nog een kruisje X
in het gekleurde vlak wordt geplaatst. Uitgezonderd de schuren,
welke bruin zijn, kleurt men daar de kaarten gelijk aan de onze.
Wordt een huis gesticht, een nieuwe grens gekaarteerd, dan ge
schiedt dat op de plans in rode inkt. Men kan zich gemakkelijk
voorstellen dat aldus de figuratie, vooral wanneer nog al veel
veranderingen hebben plaats gevonden, spoedig onduidelijk wordt.
Bij vernummering wordt het vervallen perceelnummer in rood
doorgeslagen en het nieuwe in rood vermeld. Aangezien van vele
kaarten de inktlijnen en de herhaaldelijk gewijzigde nummers zeer
onduidelijk waren, is het te begrijpen, dat snel kopiëren lang niet
altijd mogelijk was.
In zeer vele gevallen moest van de bestaande hulpkaarten ge
bruik gemaakt worden. Gelukkig waren er echter ook vele ver
nieuwde plans; omdat hierop weinig gewijzigde toestanden voor
kwamen, gold evengenoemd bezwaar voor deze bladen niet.
Was eenmaal de calque vervaardigd en in overeenstemming be
vonden met de Duitse kaart, dan bleek al spoedig, dat deze niet
zonder fouten was. Op de kaarten vond men namelijk meermalen
percelen, die in de administratie niet meer bestonden, terwijl
nieuwgevormde percelen niet waren vermeld. Het kwam ook voor,
dat van twee percelen, afkomstig uit één oud nummer, de tussen-
scheiding niet op de kaart was te brengen, aangezien deze op de
Duitse kaart niet was aangegeven, terwijl van de splitsing ook
geen hulpkaart of veldwerk aanwezig was. In zo'n geval heeft
men niets anders kunnen doen dan beide perceelnummers in het
bewuste perceel op de kopie-kaart te vermelden.
183