betekenis zijn), is echter tegemoet gekomen aan het verlangen om
de wettelijke regeling iets uitvoeriger te maken»
Het ontwerp bevat niet een speciale regeling van het split-
singsrecht van de eigenaar, voor het geval de eigendom van een
gebouw belast is met zakelijke rechten, in het bijzonder erfpacht,
opstal, gebruik en vruchtgebruik» De Regering acht dit niet nood
zakelijk. Uit algemene rechtsbeginselen kan worden afgeleid, dat
de splitsing van de eigendom van een gebouw in appartementen
geen schade zal kunnen toebrengen aan de verkregen rechten van
derden. De overschrijving in de openbare registers (art. 638b)
waakt er tegen, dat belanghebbenden de dupe zullen worden van
ogenschijnlijk vreemde reglementsbepalingen.
Ook de afzonderlijke eigendom van boven- en benedenhuizen is
binnen 't kader van dit ontwerp mogelijk. De eigenaren zijn mede
eigenaar van het gebouw en de daarbij behorende grond met recht
tot uitsluitend gebruik van respectievelijk de boven- en de bene
denverdieping. Dit stelt de huidige redactie duidelijk in het licht.
Ter bescherming van de hypotheekhouder bepaalt de wet, dat
na de splitsing de hypotheek op elk appartement voor het geheel
blijft rusten, maar in de practijk zal met de splitsing van de eigen
dom van het gebouw ook de hypotheek wel gesplitst worden. Het
tweede lid van art. 638d geeft een vingerwijzing in deze richting:
De schuldeiser behoudt de bevoegdheid het goed in zijn ge
heel te verkopen of uit te winnen, zolang niet een of meer van
de appartementen van het verband ontlast zijn, of de schuld
eiser niet in de verdeling van de schuld over de appartementen
heeft toegestemd.
Het wordt noodzakelijk geacht, dat elk appartement een afzon
derlijke kadastrale aanduiding krijgt, zulks met het oog op over
schrijving bij verkoop of bezwaring.
Art. 638 f bepaalt, dat de akte van splitsing de kadastrale aan
duiding van de appartementen overeenkomstig nader bij algemene
maatregel van bestuur te stellen regelen moet inhouden.
Met het oog op de uitvaardiging van deze regelen voor het
kadaster bepaalt art. III dat de wet in werking treedt op een nader
bij Koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Genoemde akte moet ook de namen van de appartements
eigenaren vermelden.
In art. 638 g, 2e is nieuw opgenomen de verplichting, in het
reglement op te geven, welke schulden, kosten en lasten voor
rekening van de gezamenlijke eigenaren komen. Dit biedt de ge
legenheid, grond-, straat- en polderlasten voor rekening van de
gezamenlijke eigenaren te doen komen.
De positie van de appartements-eigenaren is in het gewijzigde
ontwerp versterkt. Aan hen is voor de betaling der vervallen bij-
191