men zich in parlementaire kringen verenigt) de pachter meer zekerheid te geven inzake de duur van het grondgebruik* Die zekerheid is onder de huidige regeling van het verlenings- recht van slechts betrekkelijke aard, waar het Pachtbesluit de eigenaar-verpachter onder bepaalde omstandigheden het recht geeft, het verpachte in eigen gebruik te nemen. Ook art. 30, 3e lid van laatstgenoemd besluit zal de pachter geen baat brengen, in dien het gebruik voor de verpachter of voor een van dienst bloed of aanverwanten in de rechte nederdalende lijn van overwegende betekenis is. De pachter verliest dan de grondslag van zijn maat schappelijk bestaan. Een registratie van het recht van voorkeur (initiatief van de pachter om zich bij de Grondkamer aan te melden teneinde in een openbaar register te worden ingeschreven) stuit in de practijk op grote bezwaren. Daarom koos de regering een andere vorm. Het voorkeursrecht, dat zijn grondslag vindt in de pachtverhouding, kan door een be paling van dwingend recht gemaakt worden tot een onderdeel van de pachtovereenkomst. Het werd daarom juister geoordeeld, de titel betreffende het recht van voorkeur voor de pachter uit dit ontwerp te schrappen en een nog nader uit te werken regeling op te nemen in het ontwerp Pachtwet. Het wetsontwerp beoogt zowel het tegengaan van het ondoel matig grondgebruik (versnippering van landbouwbedrijven) als het beheersen van de koopprijzen van landbouwgronden* Aan een rationeel gebruik van de landbouwgronden hapert hier nog wel iets. In een lezing voor ,,het Grondbezit" heeft vorig jaar Dr. Boerendonk medegedeeld, dat slechts 26 van de bedrijven over een aaneengesloten verkaveling beschikken. Groningen is t.d.o. het gunstigst (44%), Limburg het minst gunstig (12%). Ruilverkaveling en herverkaveling zullen waarschijnlijk niet kun nen voorkomen, dat de tendenz tot versnippering zich opnieuw openbaart. De versnippering tengevolge van vererving valt name lijk buiten de voorgestelde regeling. Dit is een moeilijk terrein. Er wordt hieromtrent nog overleg gepleegd. De regering meent, dat het niet doelmatig zou zijn, thans alle wettelijke bepalingen, het gebruik van landbouwgrond rakende, in één wet samen te vatten. Het ontwerp van een nieuwe ruilverkavelingswet is ingediend. Het rapport van de Commissie tot herziening der pachtwetgeving wordt bestudeerd. Wat de pachtruil aangaat, is door de Commissie voor de pacht wetgeving een voorstel gedaan* De eis van een minimale oppervlakte van het bedrijf kan niet gesteld worden. Daarvoor zijn de verschillen in bedrijfstype, in-ten- 194

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 26