maakte, hij zou zich wel twee keer bedenken voor hij weer der gelijk gekrabbel in zee zond, om nu nog maar te zwijgen over de grafologische gevolgtrekkingen die er bij een eventuele beoordeling van de scribent uit zijn schrift gemaakt kunnen worden. Kardinaal Richelieu schreef eens: ,,Geef mij van iemand twee regels schrift en ik zal hem aan de galg brengen/' Prof. Niebuhr gaat misschien te ver als hij zegt: ,,Kent men iets onaangenamers, dan bij de opening van een brief geruimen tijd nodig te hebben om hem te ontcijferen?" Dr. Jacobi verklaart: ,,dat men net en duidelijk schrift moet beschouwen als een bewijs van achting van de schrijver voor degene aan wie hij schrijft." In deze citaten zit in ieder geval een kern van waarheid. Zeker, in vroeger eeuwen heeft zich dit verschijnsel ook geopenbaard maar er werd tenminste iets tegen gedaan. In de zestiende eeuw maakte het geschreven letterteken perioden van verval mee; de moeilijkheden namen nog toe in de 17e eeuw, toen men de Latijnse vormen helling ging geven* Eenheid in de vormgeving was geheel zoek geraakt, wat grote verwarring in het briefverkeer stichtte. Het verwondert ons niet dat Richelieu onder Lodewijk XIV een decreet door het parlement deed uitvaar digen, waarin bevolen werd, dat schrijfmeesters gemeenschappelijk de lettervormen van het Franse schrift zouden samenstellen. Spoe dig werden dan ook de letters van Louis Barbedor verplicht ge steld voor de Franse schrifturen. De verplichte alphabets moesten aan het Hof in bewaring worden gegeven. De resultaten bleven niet uit. Aan de voortschrijdende verslech tering van het schrift werd een einde gemaakt en er brak spoedig een periode aan van opbloei die de Nederlanders de Fransen be nijdden. In de 20e eeuw was in Duitsland de drang naar eenheid en vereenvoudiging niet geheel uit dezelfde beweegredenen voort gekomen, doch er waren vele oorzaken aan te wijzen die daarmee parallel liepen. De vraag of het traditionele fractureschrift, dat fei telijk uit hiëroglyphachtige onderdelen is opgebouwd, door het Latijnse alphabet moest worden vervangen maakte in Duitsland sinds de Rijksdagzitting van de 4e Mei 1911 een punt van leven dige discussie uit. Dr. Fr. Sönneeken hield een pleidooi voor het Latijnse alphabet, omdat het natuurlijker, eenvoudiger en lees baarder is." Hier zouden we nog aan toe kunnen voegen dat de factor snel heid tevens wordt gediend omdat men afstand zou gaan doen van de bekende hoekige remmingen, de vele ophalen en verbindingen alsmede van boven- en onderlussen. De duidelijkheid van schrift is afhankelijk van de zwart-wit verdeling. Hoe meer zwart op een beperkt gedeelte van het witte papier hoe minder fond, derhalve minder duidelijk/ In Januari 1947 vormde zich in de bezette gebieden van West- Duitsland een comité, waarin zitting hebben een Duitser, een 199

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 31