Oostenrijker en een Zwitser, welk comité zich tot taak heeft ge
steld de gotische lettervormen af te schaffen. Of het daarin zal
slagen? Nationale gevoeligheden zijn zeer moeilijk te bestrijden.
Terugkerende tot ons eigen land, moet opgemerkt worden dat
de resultaten van het schrijfonderwijs niet bevredigd genoemd
kunnen worden, ,,Het is een kwaal van onze tijd" is de stereotype
uitdrukking, die op slecht schrift doelt. Op de scholen (M.U.L.O.
en H.B.S.) regent het klachten van onderwijzers en leraren over
het slechte schrift van de scholieren. En de leerlingen zelf? Zij zijn
er zich volkomen van bewust, geven het eerlijk toe, doch zij „ver
weren" zich met het argument, dat de vele dictaten, die in ijltempo
moeten worden opgenomen en het vele huiswerk hun handschrift
verknoeit. De klacht en het verweer zijn dikwijls beide gegrond,
maar de juiste diagnose van de kwaal kan veeleer zo gesteld
worden, dat eerstens de bouwspecie van slechte kwaliteit is ge
weest, vervolgens de eerste steen niet op de juiste plaats is gelegd
en wijders dat de grafische vorm van ons schuingeschreven hand
schrift met zijn boven- en onderlussen, met zijn vele moeilijke en
gezochte verbindingen, zijn grote verscheidenheid der hoofdletter
typen te; gecompliceerd is, om de snelheid eindeloos op te voeren,
ten koste van netheid en duidelijkheid. Dat er in onze tijd behoefte
bleek te bestaan aan een verkort schrift (stenografie) doet aan
onze stelling zeker geen afbreuk.
De vraag: ,,in hoeverre het schrijfonderwijs op de Nederlandse
scholen nu nog een bijdrage levert voor het schrift in de be
roepen mag, gezien de slechte resultaten, zeker gesteld worden.
Er wordt tegenwoordig geen formulier meer verzonden waarop
niet de voetnoot voorkomt: „gelieve naam en adres met bloklet-
ters te vermelden", bij voorbaat aannemende dat geadresseerde in
onleesbaar schrift zal vervallen.
Iedere uitgever zal het aangeboden manuscript liever met schrijf
machineschrift dan in het originele handschrift van de auteur zien
uitgevoerd. De boekdrukker ondervindt dan pas de grote voor
delen der duidelijkheid.
Mogen we hieruit nu terstond de conclusie trekken dat het ook
met het schrift van de volwassenen zo treurig gesteld is? Zeker
niet. Er zijn nog genoeg voorbeelden van buitengewoon goede
handschriften onder de verschillende z.g. handschriftgeneraties
(groepen gerangschikt naar leeftijd en gevolgde methode). Maar
we mogen niet uit het oog verliezen dat van de meeste mensen
na het verlaten van de school en in ieder geval met het bereiken
van de puberteitsjaren, als de volle automatische schrijffunctie
aanwezig is, het individuele handschrift zich naar een bepaald
niveau, in verband met o.a. de aard van de werkzaamheden,
karaktereigenschappen, ontwikkeling of aanleg, ontplooit.
Het schoolmodel schabloon van lettervormen wordt over-
200