boord gegooid en men gaat zijn zelfstandigheid demonstreren; de
gebondenheid gaat over in een gebonden vrijheid.
In Tsjechisch schrift komt dit verschijnsel in nog sterkere mate
voor. Het schrijf onderricht op de scholen is volgens Robert
Saudeck niet al te best, doch zodra de kinderen van school zijn,
treedt in korte tijd grote verbetering op* Het is daar zo, dat de
jeugd verachting heeft voor de schoolvorm, ze streeft spoedig naar
eenvoudige vormen met weglating van bijzondere verdikkingen.
Men bestempelt lieden, die nog zo schrijven als op school met de
niet vleiend bedoelde naam „Lakyrnici" (uithangbordenschilders).
Uit het voorgaande moge blijken, dat er zowel nationaal als
internationaal op verschillende punten iets hapert aan het schrijf
onderwijs.
De pogingen tot verbetering blijven, althans in Nederland, bij
pogingen* Sinds 1830, toen er, zoals wij in de aanvang reeds schre
ven, sprake was van een nationale schrijflettervorm (dit feit werd
in 1838 door Dr. Madler, professor bij het Berlijnse Seminarium
bestreden met de bewering dat er geen nationaal of karakteristiek
Nederlands schrift zou bestaan), is het in de geschiedenis van ons
schrijfonderwijs een vallen en opstaan geweest. In genoemd jaar
had de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zich met het uit
schrijven van een prijsvraag voor het schrijfonderwijs geïnteres
seerd. Deze prijsvraag moest antwoord geven (in woord en beeld
met toelichtende verklaring) op de vragen: Welke zijn in het
algemeen als in het bijzonder de voorschriften, regelen en wetten,
welke bij de beoefening der schone schrijfkunst in ons vaderland
behoren te worden in acht genomen? Van welke aard zijn de af
wijkingen en hoe moeten die beoordeeld worderi?"
De eerste poging mislukte, doch een tweede leverde 3 ant
woorden op. Eén werd er bekroond en het moge vreemd klinken,
de bekroning viel ten deel aan iemand, die niet uit de onderwijs
wereld kwam, nl. aan P. J. Boonekamp, Commies van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken. Nog wordt het ingezonden
werk van Boonekamp (dat op last van de Maatschappij in druk
verscheen) door insiders geroemd. Jammer dat het geen hand
leiding bij het onderwijs was, maar voornamelijk een verzameling
van voorbeelden.
Het zou te ver voeren om de daarna verschenen schrijfmethoden
van de hand van onderwijzers de revue te laten passeren. Het
bleef een chaos.
Aan de schrijfpaedagogen van ons land waren de evoluties in
het buitenland niet voorbijgegaan. In 1934 propageerde de Nieuwe
Schoolvereniging te Amsterdam voor het eerst een geheel andere
schrijfmethode: ,,Het schrijfonderwijs in nieuwe banen" (Geïntro
duceerd werd het z.g. blokschrift, een benaming, die o.i. aanvecht-
201