geeft zich geen rekenschap van het feit dat elke houding niet ge schikt is om duidelijk en net schrift voort te brengen. Met een enkel voorbeeld is dit te verduidelijken. Wanneer men een lange penvoering heeft, zal, vooral als het schrijftempo tamelijk hoog is, de lettervorm altijd minder goed tot zijn recht komen. Immers bij heel kleine buigingen en strekkingen van de vingers maakt de pen- punt een evenredig groter afstand op het papier. Om niet in al te onregelmatig schrift te vervallen voorkomen deze schrijvers de buiging en strekking der vingers zoveel mogelijk en de lettervor- ming geschiedt dan door de gehele hand de grafische lijn te doen beschrijven. Het eigenaardige is, dat bij deze schrijvers eerder vermoeidheid optreedt. Want de voortgaande schrijfbeweging schakelt ^en andere spier in, dan de spiertjes die bij buiging en strekking der vingers worden aangewend. De laatsten raken juist door de afwisseling in de buiging en strekking niet vermoeid, de eerste wel. Zonder dat het schrijfonderwijs op de scholen daarbij over wegende invloed heeft gehad zijn er schrijvers met aanleg. Het zijn degenen die zich niet behoefden toe te leggen op goed schrift. De ontwikkeling voltrok zich als vanzelf. Het komt voor, dat er in bepaalde families in successie veel personen zijn aan te wijzen met een goed handschrift. Deze familietraditie staat in verband met de wetten der erfelijkheid, die zich op manuale wijze mani festeren. Grafologisch is dit als volgt te verklaren. Evenals er bloedverwantschap is, bestaat er overeenkomst in lichaamsbouw, en symmetrie in het gebruik der spieren. Bij het opgroeien van de jeugd merken we vaak dezelfde lach, dezelfde manier van voortbewegen als bij één der ouders. In het zwaaien met de armen, de gang, in de vorm van hand en vingers is soms een bepaalde familie-eigenschap of kenteken terug te vinden. De lengte der vin gers (denk eens aan de z.g. nerveuse vingers) kan van invloed zijn op de manier, waarop het schrijfgereedschap wordt gehanteerd, Bij de beoordeling van handschriften kan de leek soms spreken van volkomen op elkaar gelijkende handschriften, maar de ge lijkenis is oppervlakkig, gevolg van de omstandigheid dat er erfe lijkheid ten aanzien van het handschrift bestaat. Erfelijkheid en karaktereigenschap beide doen hun invloed gel den. Iemand die zeer ontvankelijk is voor de gewoonten van anderen, zich kan schikken naar anderen, neemt veel van hun manieren ook met groot gemak over. Zelfs hun lettervormen wer ken aanstekelijk. De z.g. mimicr^i, 't verschijnsel, dat lieden die in sympathie met elkaar leven of in verhouding staan van vertrouwensvolle over gave of tegen elkaar opzien, kan oorzaak zijn dat onwillekeurige uitdrukkingsbewegingen en vormen van elkaar overgenomen wor- 204

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 36