Zie fig. 2. Gegevende grote as AB 2a en de kleine as CD 2b. Te construerende ellips e ConstructieOp een strookje papier zetten we de afstanden EP a (halve lange as) en PF b (halve korte as) uit. We laten E langs de y-as glijden en F langs de x-as in de richtingen, zoals die in de figuur door pijltjes zijn aangegeven en plaatsen telkens bij P een stipje. Op deze wijze ontstaat het ge deelte van de ellips, dat ge legen is in het eerste kwa drant. We herhalen de be werkingen voor de overige kwadranten. Het bewijs is eenvoudig. Laat uit P de loodlijnen PG en PH neer op de assen; dat zijn dus achtereenvolgens de x en de y van het punt P. Stel L EPG Z_ EFO 9?. Gemakkelijk vinden we: x x2 cos (p of na kwadrateren -5 cos2 99, a a y y2 (- sin 99 of na kwadrateren sin2 99, b b2 waaruit na optelling volgt: -f- p 1. Dit is de vergelijking van de ellips, waarvan de assen 2a en 2b samenvallen met x- en y-as. P is dus een punt van de gevraagde ellips. Het zal de lezer nu wel duidelijk zijn waarom we de voorkeur geven aan de papierstrookconstructie. Deze is immers met een minimum aan gereedschap snel en vrij zuiver uit te voeren. Als de tekening voltooid is staat er een ellips op het papier en niets meer; geen warnet van lijnen en cirkels die nodig waren voor het construeren, hetgeen bij andere methoden doorgaans wel het geval is. De ellipsograaf, een instrument waarmee men ellipsen kan tekenen, werkt volgens hetzelfde beginsel. De methode is reeds vermeld door PROCLES (412—485 na Chr.) in een commentaar op de Elementen van EUCLIDES. Nu zal de constructie van een ellips waarvan de assen gegeven zijn bij de grafische vereffening weinig voorkomen. In het een voudigste geval beschikt men daar over twee toegevoegde middel lijnen. Men zou nu in de verleiding kunnen komen de halve middellijnen op een strookje papier uit te zetten en dit langs 210 X y2 M Fig. 2. Papierstrookconstr. bij gegeven assen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1951 | | pagina 42