tuig, op welke afstand van de lens zich de lichtgevoelige film be
vindt, behoort dus een vlieghoogte H van db 1050 m, daar de ver-
f 0,21 1
kleining op de luchtfoto dan bedraagt,
ri IUdU itdUUU
Daar de foto 18 cm groot is, wordt per foto een gebied van 5000
X 18 cm 900 m in het vierkant gefotografeerd.
Omdat deze in de vliegrichting elkaar voor 1/3 niet overlappen,
worden dus op vliegafstanden van 300 m (de vliegbasis!)
luchtfoto's vervaardigd.
Voor de onderlinge afstand van de stroken 1 en 2 vindt men
op gelijke wijze 70 van 900 m j= 630 m. Het is begrijpelijk dat
deze afstanden niet precies aangehouden kunnen worden.
In plaats van de oude Zeiss dubbelcamera, bestaande uit 2 came
ra's, waarvan de optische assen ieder een hoek van 15° met de
verticaal maken, gebruikt de K.L.M. thans de moderne precisie-
camera van de firma Wild, type RC 5, voor Nederlands gebruik
voorzien van de 21 cm Aviotarlens.
De vlieghoogte werd met de hoogtemeter bepaald en gecon
troleerd, het verticaal blijven van de optische as van de camera
werd met een waterpas nagegaan, terwijl het opname-interval in
secunden uit de vliegbasis (—300 m), gedeeld door de vliegsnel-
heid 180 km;/uur) werd bepaald.
(Bij kaartering op andere schaal vindt men vanzelfsprekend een
andere vlieghoogte en andere afstanden!)
In de te fotograferen vakken bevonden zich de (later te noemen)
paspunten en veelhoekspunten. Van het gebied Z.-W. zijn 18
luchtfoto's gemaakt. Tijdens het fotograferen moet men zon hebben
bij onbewolkte hemel, nog beter licht bedekte lucht met hoge be
wolking (schaduwloze beelden!), terwijl er gevlogen moet worden
in een tijd, waarin de bomen bladerloos zijn.
Uit deze luchtfoto's heeft men de fotokaart 1 2500 met ruiten-
net samengesteld van een 448 ha groot gebied en een kaart 1 1000
van 254 ha.
Het maken van de kaart 1 1000*
Ofschoon het vliegtuig zoveel mogelijk op constante hoogte
vliegt, en men de optische as van de camera verticaal tracht te
stellen (dwars- en langshelling dus nul) is het niet te vermijden,
dat de lichtgevoelige film bij elke volgende luchtfoto een enigszins
andere stand in de ruimte inneemt.
Deze foto's moeten dus worden gereconstrueerd. (Voor een
172