30 December 1927 voorkomende bepalingen, dit gerekend van
1 Mei 1945 af,
M.b.t. de benoembaarheid tot een ambt, de toelaatbaarheid tot
een examen of onderwerpen, welke een examen omvat, is van dit
afwijkingsbesluit dikwijls gebruik gemaakt.
Een nieuwe noodmaatregel kwam tot stand bij het Koninklijk
Besluit van 21 Juli 1949 no. 47. Deze regelde in grote lijnen: de
nieuwe rangen, welke na de bevrijding werden ingevoerd, in
welke nieuwe rang de ambtenaren werden benoemd aan wie een
titulaire rang was toegekend; de nieuwe aanspraken voor de
ambtenaren die een reeds bestaande rang bekleedden en de aan
spraken van hen, die in een nieuwe rang werden benoemd (bij.
onze dienst dus de houders van de persoonlijke titel Technisch
Ambtenaar en Technisch Ambtenaar le klas).
Sedert Maart 1949 werd in 9 vergaderingen van de Bijzon
dere Commissie voor Georganiseerd Overleg de tekst van het
A.B.B. besproken. De ambtenarenvertegenwoordigers hebben in
deze prettig geleide bijeenkomsten volop gelegenheid gehad, van
hun inzichten te doen blijken.
Op 11 April 1950 werd het ontwerp om advies gezonden aan
de Raad voor Rijkspersoneelsaangelegenheden, welk orgaan vol
gens het besluit van 18 December 1946, Staatsblad no. G 367
moet worden geraadpleegd.
Begin Januari 1951 werd het daarna met de beschouwingen
van de Bijzondere Commissie voor Georganiseerd Overleg Belas
tingen aan de Salariscommissie ad hoe aangeboden.
De in de loop der tijden plaats gevonden reorganisatie van de
Belastingdienst werd met de invoering van het K.B. van 12 Juli
1951 geconsolideerd.
In dit A.B.B. is alleen sprake van ambtenaren in de zin van
het Algemeen Rijksambtenarenreglement.
Het regelt alleen nog de verschillende rangen, de eisen van
benoembaarheid en de anciënniteit. Het heeft thans dus meer het
karakter van een rangenbesluit.
De examens zijn thans met de voornaamste bepalingen om
trent de Rijksopleidingen opgenomen in het Koninklijk Besluit
Opleidingen en Examens" en uitgewerkt in de examenbeschikking
en de Instructie Rijkscursussen.
Men lette vooral op het onderscheid tussen gewone examens
(niet vergelijkend en niet voor een bepaald aantal plaatsen de
niet vergelijkende examens voor een bepaald aantal plaatsen, de
vergelijkende examens, niet voor een bepaald aantal plaatsen
(b.v. het ontvangersexamen), de vergelijkende examens voor een
224
