waaronder deze geijkt is, en een monogram van Prof. Tienstra
voor bepaling van genoemde vergrotingsfactor.
Korte veelhoekszijden zijn bij de azimuthsberekening afgesneden
en in sommige veelhoekspunten zijn niet alleen de voor- en achter
richting, maar ook een derde richting naar een verder gelegen
veelhoekspunt gemeten, evenals de hierbij behorende verbindings
zijde.
Ofschoon de ligging van een veelhoek volledig bekend is, in
dien van één hoekpunt beide coördinaten en van een ander hoek
punt één coördinaat bekend zijn, hetgeen hier het geval was, daar
bekende punten van N.S. en R.W. als veelhoekspunten in de veel
hoeken zijn opgenomen, werd ter controle en voor de berekening
van de sluitfouten in de hoeken en zijden, elke veelhoek afgesloten
door in de begin- en eindpunten de richtingen te bepalen naar de
bekende punten (b.v. de richtingen Leiden 21 t= toren Stadhuis
en Leiden 22 toren St. Petruskerk).
Het tekenen van de kaart 1 1000*
In ongecultiveerde streken is het meestal niet mogelijk de boven
omschreven terrestrische metingen voor het bepalen van de coör
dinaten der paspunten uit te voeren. Men bepaalt deze coördinaten
fotogrammetrisch uit de foto's, waarna ze worden omgevormd
in terrestrische coördinaten. Er bestaan hiervoor verschillende
methoden. Bij al die methoden behoeven alleen aan het begin en
het einde van een vliegstrook de terrestrische coördinaten van een
paspunt bekend te zijn.
Ook bij de vervaardiging van de rivierkaart 1 1000 en de topo
grafische kaarten 1 25000 in Nederland zijn (ter besparing van
kosten) de coördinaten der paspunten met fototriangulatie bepaald.
Op de wijze, als omschreven op bladzijden 174/175 is nu een ge
raamte gevormd, waaraan de luchtfoto's in haar paspunten worden
bevestigd om dan de details van de foto op de kaart over te bren
gen. Dit geschiedde dus in de beeldenpaarmachine, de Wild A 5
(zie figuur 2, 4 en 5) met mechanische projectie.
Als daar alle punten van het landschap kloppen met het ruim
telijk beeld (dus ook alle paspunten en veelhoekspunten) dan kan
men dat beeld overtekenen en verkrijgt men een betrouwbare kaart
op de gewenste schaal, waarvan bovendien de coördinaten van de
paspunten en veelhoekspunten bekend zijn.
De bediening van de machine bestaat uit twee man: de ene zit
voor het toestel, de andere bij de tekentafel, waarvan het teken
blad, van gematteerd glas, om een pool draaibaar is.
Na de wederzijdse oriëntering der beeldenparen begint de teke
naar op zijn krimpvrije korrektostaatpapier (waarin een zeer dunne
aluminiumfoelie zit) of op ander materiaal een coördinatennet op
176