De beschrijving van de papierstrookconstructie geschiedt aan de hand van figuur 4. Gevraagd wordt dus een ellips te tekenen met assen 2a en 2b. Constructie: Trek een rechte AX en een hulpcirkel A met straal AB y2 (a b). Geef nu op de rand van een papierstrook de punten B en D aan met streepjes op een onderlinge afstand van y2 (a b) en daartussen een punt E op een afstand y2 (a b) van B af gelegen. Beweegt de strook nu met punt B over de omtrek van de hulp- cirkel, terwijl D langs de rechte AX wordt voortbewogen, dan zal punt E de gevraagde ellips beschrijven. Het bewijs is in het voorgaande uitvoerig gegeven. Deze papierstrookconstructie is in de practijk eigenlijk te ver kiezen boven die langs rechte assen, omdat de papierstrook voor het beschrijven van dezelfde ellips bij de methode volgens Van Schooten de helft korter is, waardoor de punten gemakkelijker worden aangelegd: de samenvalling met de gedwongen banen wordt gemakkelijker bereikt. Evenals bij de constructie langs rechte assen, kan men de ge vraagde ellips ook verkrijgen met behulp van een punt E dat niet tussen B en D, maar op het verlengde van BD valt, zoals in figuur 2 is aangegeven door de ellipsograaf. Toch begeven we ons liever niet ver op het verlengde van BD, omdat sterke extrapolatie de nauwkeurigheid te ongunstig beïnvloedt. In figuur 5 is de papierstrookconstructie naar Van Schooten in een dergelijk geval uitgevoerd. Om de ellips met assen 2a en 2b te beschrijven, moet men de afstanden op de strook in het laatste geval dus zodanig kiezen, dat BE ]/2 (a M en BD y2 (a b). BD is ook gelijk aan de straal van de hulpcirkel, die niet te klein moet zijn. In de practijk zullen we de laatste me thode alleen durven toepassen als de assen erg ongelijk van lengte zijn en de gevraagde ellips groot moet worden. Overigens houden we ons liever aan de strook- constructie met E tussen B en D, ook bij grote figuren. De boven aangegeven papierstrookconstructie van de ellips lijkt ons de aangewezen methode voor het tekenen van ellipsen, speciaal van grote ellipsen, zoals er in de kartografie niet zelden voor komen. Zo gaan bij transversale ligging van de globe de meridia nen op de kaart in een bundel ellipsen over bij verschillende kaartprojecties, o.a. bij de orthografische projectie en de projectie van Mollweide, om een paar van ouds bekende te noemen. 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 16