met registers wijzen, noch is er enige andere aanwijzing voor het
bestaan van met deze kaarten corresponderende registers.
Voor meer zekerheid zullen wij dus op de toekomst moeten
hopen en deze hoop is, gezien de vele vondsten der laatste jaren,
niet zo ongegrond als het lijkt! De bodem heeft nog lang niet al
zijn schatten prijsgegeven.
Het kadaster in Romeins Egypte tot Justinianus.
De verovering van Egypte (30 v. Chr.) bracht de bronnen van
het rijkste graanland van die tijd onder het bereik van Octavianus
(Gajus Julius Caesar Octavianus, de latere keizer Augustus). Deze
kon de bijna onuitputtelijke bronnen exploiteren zonder dat er veel
veranderingen in het bestaande systeem nodig waren.
Onder de Ptolemeeën (323 v. Chr.30 v. Chr.) was de pro
ductie wel sterk gedaald. De eerste daad van de Romeinse legers
was dan ook, de dijken te versterken of te vernieuwen en de
verwaarloosde irrigatiekanalen schoon te maken.
Om de administratie van de opbrengsten, zoals deze in de
gevonden fragmenten van kadasterdocumenten is aangetekend, te
kunnen begrijpen, is het gewenst eerst de indeling van de grond
in deze tijd te bekijken.
Het privaatbezit is sterk toegenomen. Dat het land, zoals in de
tijd der Ptolemeeën, koningsland was, schijnt lang geleden. Dat
was een erfenis van het absolute koningschap der Pharao's. In
die tijd vond men derhalve le: domeinen ({JaaiXiTcf] yfj) en 2e. het
land, waarvan de huur aan anderen was overgedragen (yfj èv
d^eaet) Dit laatste verdeelde men in goederen van de geestelijk
heid (tepax'-xr] yrj) en land, uitgegeven aan de soldaten. De drie
groepen komen ongeveer overeen met Herodotus' voorstelling van
vroegere perioden.
De vele andere onderverdelingen laten wij hier voor wat ze
zijn. Het doel van het kadaster, het landbeschrijvende register van
Egypte, was de nauwkeurige inlichtingen omtrent het ingewik
kelde systeem van grondbezit te registreren 6396118).
In de eerste eeuwen voor Chr. behoorde het inrichten van een
kadaster tot de plichten van de comogrammateus. Het land was,
zoals wij reeds schreven, verdeeld in gouwen. Binnen de gouw
was de belastingheffing meestal uniform geregeld. De gouw was
verdeeld in twee of meer merides en deze weer in toparchieën.
De toparchieën hadden comogrammatiae met een comogrammateus
aan het hoofd, wiens bevoegdheden zich dus uitstrekten over enige
5
118von Woess in Münchener Beitrage zur Papyrusforschungdeel VI
(1924) blz. 63, blz. 176, blz. 205.
16396U. Wikken, Grundzüge