Van deze 4 curven dienen nu de beide buitenste voor de bepaling
van de horizontale afstand en de beide binnenste voor de bepaling
van het hoogteverschil. In het gegeven voorbeeld heeft men de
onderste draad ingesteld op 1.50 m op de baak (waarvan de cijfers
normaal dus niet op de kop staan; de kijker geeft dus een
rechtopstaand beeld!) en men leest nu bij de bovenste draad af:
1,717. Het verschil, ad 0,217 vermenigvuldigd met 100 geeft nu de
horizontale afstand, nl. 21,7 m.
De meetnauwkeurigheid, die met dit toestel in de gegeven om
standigheden kan worden bereikt, is zeer groot.
Op 100 m afstand een fout in de lengte van slechts zt 10 cm!
en een fout in de hoogte, bij hellingshoeken kleiner dan 12°, van
1 cm (bij hellingshoeken van 12°37° nog slechts 2,5 cm!).
De vergroting is ook hier 27 X.
Voor het overbrengen van de terreinafstanden in de tekening,
op schaal, dient een ,,piquoir" (betekent stopnaald). Hiermede
worden de nieuw opgenomen punten in het tekenpapier gestoken.
Door al deze nieuwigheden (ze zijn niet allemaal opgesomd,
want dat zou te ver voeren) werkt men met dit apparaat beduidend
vlugger en zekerder dan met het klassieke instrument bij gelijk
blijvend (of vermoedelijk beter) resultaat!
De kosten van een complete uitrusting, bestaande uit draagstel
(1,8 kg), inschuifbaar statief (5,7 kg), vizierliniaal (3,1 kg) met
metalen kist (2,2 kg), baak (5,0 kg) en toebehoren (0,9 kg) be
nevens planchettafel (54 X 60 cm) met hoes van zeildoek, bedragen
heden ten dage ca 3500 gulden,
Hoe gebeurt nu het kaarteren met de planchet en op welke
schaal kaarteert men in de regel?
Dit laatste is natuurlijk afhankelijk van het doel, waarvoor de
kaart bestemd is, en van de terreinfiguratie. Normaal is 1 1000,
43
Fig. 3
Gezichtsveld van de kijker alleen. Gezichtsveld van de kijker met de baak.