men dus het eerste overslaat. Men oriënteert nu met de boussole,
waarvan de kast evenwijdig geplaatst is aan de vroeger getrokken
noordrichting en bepaalt vervolgens met de vizierliniaal de afstand
naar het eerste veelhoekspunt (en ook de hoogte!). Men past dan
in de schaal van de te vervaardigen kaart deze afstand af op het
papier vanuit dit eerste veelhoekspunt in de richting van het tweede
en vindt zo de plaats van dit tweede veelhoekspunt op het papier.