Er staat in Noord-Brabant nog heel wat op stapel. Zo twee
blokken ten Westen en ten Oosten van de Groenendijk in het
land van Megen, een gebied onder Udenhout, het Maasheser Veld
onder Vierlingsbeek e.a.
Als men nagaat, wat er tot nu werd voltooid, als men ziet, wat
er wordt voorbereid (men denke aan de 1400 ha onder Dussen, de
Werken, Eethen, Wijk c.s.) en wat er in bewerking is, dan mag
met genoegen worden geconstateerd, dat er op het gebied van de
grondverbetering, van de winning van nieuwe cultuurgrond, op
het terrein van de afwatering, de ontsluiting en wegenaanleg, alles
in het kader van de ruilverkaveling, enorm veel is gepresteerd.
Deze indruk blijft, ook als men het tempo zou willen opvoeren
onder de indruk van de vele ontstellende berichten over gebrek aan
cultuurgrond!
Ruilverkaveling blok „Meyel" aangenomen.
Op de stemmingsvergadering, gehouden 12 Februari jL, onder
voorzitterschap van de heer G. J. Derks, Lid van Gedeputeerde
Staten van de provincie Limburg, is de ruilverkaveling van het
blok „Meyel", gelegen onder de gemeente Meyel, aangenomen.
De oppervlakte bedraagt 1001,87.07 ha, het aantal stemgerech
tigden 851. Tegen stemden 31 eigenaren, een oppervlakte verte
genwoordigend van 98,33.88 ha.
Ruilverkaveling blok „Smaldonken" afgestemd.
De ruilverkaveling van het blok „Smaldonken", gelegen onder
de gemeente Schijndel, is op de stemmingsvergadering van 21
Februari jl. afgestemd. Van de 440 gerechtigden stemden 248
eigenaren tegen. Deze vertegenwoordigden 370,62.14 ha (van de
totale grootte: 552,68.03 ha).
Nieuwe aanvraag om Ruilverkaveling.
Van Gedeputeerde Staten der provincie Limburg is ingekomen
een aanvraag van de Raad der gemeente Neer, om ruilverkaveling
van een complex gronden, gelegen onder de gemeenten Neer en
Roggel, ter grootte van dt 1680 ha.
Opgaven mei landmeetkundige inslag
Opgave XXXII.
Bij het doornemen van oude jaargangen van het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde kwamen we in jaargang 46,
op bladzijde 98, een artikel tegen van de hand van S. Eisinga,
een uitbreiding van het vraagstuk van Snellius.
52