afdeling en nog ettelijke zaken meer, dan kan men dit huiselijke boekje naslaan en men vindt, wat men zoekt. Op blz. 68 lezen wij, dat de bijhoudingsdienst van de Rijks- driehoeksmeting met 2 landmeters en enige landmeetkundige ambtenaren zorgt voor het instandhouden en aanvullen van de ongeveer 4000 punten van het Rijksdriehoeksnet, welke onder leiding van de Rijkscommissie voor Graadmeting werden bepaald en die zijn verbonden aan de netten van de aangrenzende landen. Een buitengewone prestatie voorwaar! Verder vernemen wij, dat het aantal metingen, door de gewone dienst uitgevoerd, ongeveer 5.000 per jaar bedraagt en dat her meting van oude stadskernen meer dan 1000,per ha kost, ,,een bedrag, dat menig stuk onbebouwd land bij verkoop niet opbrengt" (Als men echter vaststelt, dat het aantal grenzen per ha 2000 bedraagt, d.i. minder dan een gulden per grens, dan vallen die kosten nogal mee); dat er bij de Ruilverkavelingsdienst ongeveer 50 objecten met een gezamenlijke oppervlakte van 70.000 ha in uitvoering zijn en dat er nog ruim 200 liggen te wachten, die een oppervlakte hebben van 200.000 ha. Op blz. 70 lezen wij, dat er onderzoekingen worden verricht in verband met de wens, om de kadastrale en hypothecaire archie ven vast te leggen in microfoto's, ter besparing van archiefruimte en om door middel van duplicaten de archieven beter te kunnen beveiligen. (Met behulp van deze techniek zou het ook mogelijk zijn het publiek fotocopieën van de hypothecaire archiefstukken te geven.) Op blz. 88 vertellen de auteurs, dat een landmeter ongeveer 150 dagen in een jaar te velde" is en dat deze de overige dagen op het bureau van de landmeetkundige dienst te vinden is, om zijn berekeningen uit te werken en om de tekenaars te instrueren. De rechten, zowel als de vele plichten van de ambtenaar zijn genoemd, de vakorganisaties en de personeelsverenigingen, het georganiseerd overleg en de bedrijfskadertraining passeren tevens de revue. Tenslotte memoreren wij, hoeveel het apparaat van de belasting dienst jaarlijks kost. Blijkens de begroting 1951 is dit; aan salarissen75 millioen aan sociale lasten (w.o. bijdrage pensioenfonds) 9j/^ aan materiële uitgaven9 Totaal 9V/2 millioen De totale belastingopbrengst van de belangrijkste belastingen (dus zonder de drie milliard van vermogensaanwasbelasting en vermogensheffing) bedraagt blijkens de opgave op blz. 4 meer 61

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 29