Aantekeningen bij het verslag van de Centrale Cultuur* technische Commissie en van de Cultuurtechnische Dienst over 1949* (Gestencylde uitgave met spiraal-sluiting van het Minis terie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening.) Met veel belangstelling lazen we het bovenvermelde verslag. En omdat het in het verslagjaar 25 jaar geleden was, dat de eerste ruilverkavelingswet in ons land werd afgekondigd in het Staats blad, begint het verslag met in het kort de geschiedenis van de ruilverkaveling te memoreren. In dit artikel wordt o.m. gezegd, dat ,,Een aanzienlijke uitbreiding van het cultuurtechnisch en land meetkundig hoger en middelbaar personeel noodzakelijk zal zijn „om een capaciteit van 15 a 20.000 ha per jaar te bereiken. Door ,,het betrekken van het Westen des lands in de ruilverkaveling ,,en door de hogere eisen welke aan de verkaveling worden gesteld tengevolge van de voortschrijdende mechanisering, zal de te verkavelen oppervlakte zeker op rond 1.000.000 hectaren kunnen worden gesteld." Met het gestelde streven, om dz 20.000 ha per jaar te verkavelen, zal voornoemde ruilverkavelingsbehoeftige oppervlakte na d= 50 jaar zijn verkaveld. Na deze periode, dus •omstreeks het jaar 2000, zal de bevolking van ons land haar maximum bereikt hebben (13 a 14 millioen). Door cultuurtech nische- en andere maatregelen (beter zaai- en pootgoed, rationeler voeding van ons vee, enz., enz.) is de landbouw bij inspanning van alle krachten in staat deze bevolkingsvermeerdering bij te houden en kan de voeding van ons volk zelfs beter verzekerd zijn, dan in 1940 het geval was1). Zoals bekend wordt de capaciteit van de kadastrale ruilverka- velingsdienst geschat op =b 100 ha per manjaar, terwijl de laatste jaren de personeelsbezetting stationnair is (ruim 150; landmeters: 43; landmeetk. ambtenaren A: 44, landmeetk. ambtenaren en teke naars: 56 en schrijvers: 10). Hoe groot die bezetting zal worden, hangt mede af van de arbeid die andere kadastrale bureaux in de toekomst door de ruilverkavelingsdienst zullen verrichten. Bij de Cultuurtechnische Dienst waren in 1949 werkzaam 228 personen (waaronder 32 academici en 112 technische ambtenaren tekenaars). Volgens de begroting van Landbouw 1952 bedraagt dit aantal: 257 (w.o. 37 academici, 120 technische ambtenaren en tekenaars). Welke personeelsbezetting daar nodig is om een ruilverkave lingscapaciteit van 20.000 ha per jaar te bereiken, is niet vast te stellen, aangezien ruilverkaveling slechts een onderdeel vormt van de totaalwerkzaamheden, terwijl de overige werkzaamheden zeer 65 1) Ir. Mesu in „Natuur en Landschap", dd. Aug. 1951.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 33