heen naar het richtpunt. Hiermede heeft men zichzelf dan een zeer
simpele vizierinrichting verschaft.
Het spreekt wel vanzelf, dat men voor landmeetkundige doel
einden naar een nauwkeuriger vizierinrichting heeft gezocht en deze
toen heeft gemaakt in de vorm van een kijker. Het draadje werd
hierbij vervangen door een stevige liniaal en wel zó, dat men de
zijkant van de liniaal ongeveer evenwijdig liet lopen aan de vizierlijn
van de kijker.
Terzijde van de om een horizontale as draaibare kijker bevindt
zich dan nog een verticale rand, waarop men de hellingshoek of
elevatie van de vizierlijn kan aflezen. Binnen in de kijker bevinden
zich een paar afstandsdraden, waarmede men op een verticaal
geplaatste baak het baak-interval kan bepalen, waaruit dan de
afstand is af te leiden.
In figuur 1, ontleend aan de prospectus J 46 van de Zwitserse
fabriek voor precisie-instrumenten en optiek ,,Kern en Co A.G."
te Aarau is een dergelijk planchet met vizierliniaal in zijn oorspron
kelijke vorm met de nodige utensiliën, zoals buisniveau, kompas
naald, schietlood met haak, steekpasser, tachymetrische rekenliniaal,
transversaalschaal, papierhouders en baakniveau weergegeven.
Bij een 27-voudige vergroting kan men met dit instrument tot
op een afstand van 300 m de centimeters op de baak aflezen; de
decimeters kunnen nog worden afgelezen tot op 800 m, waarbij
dan de centimeters worden geschat.
Bij dit en alle overige in de praktijk voorkomende nieuwere
instrumenten heeft men de kijker-inrichting zodanig geconstrueerd,
40
Fig. 1