afmetingen van het kunstwerk kunnen worden aangepast aan de
topografie.
Tegenwoordig ziet men echter hier bij ons, bij gebrek aan een
goede kaart, veelal het omgekeerde gebeuren: door middel van
grondverzet wordt de topografie aan het kunstwerk aangepast.
Bij de uitvoering van ruilverkavelingsprojecten komt het nog
al eens voor, dat extra niet in de begroting opgenomen
kosten moeten worden gemaakt voor niet op de kaart voorko
mende en daardoor niet voorziene, maar wel te omzeilen of te
verwijderen, obstakels. Ook hier zou een planchet-opname deze
onaangename eventualiteiten hebben kunnen voorkomen.
Niet voor niets is dan ook in Zwitserland voorgeschreven, dat
als er geen goede kaarten van een ruilverkavelingsgebied bestaan,
men allereerst de bestaande toestand dient op te nemen. Dit ge
schiedt dan met planchet en vizierliniaal, maar, zoals hiervoor
reeds werd gememoreerd, tegenwoordig veelal ook met behulp
van een fotogrammetrische kaartering.
Op deze plaats zij opgemerkt dat het mij als een leemte toe
schijnt, dat er voor de voorbereiding van het vele technische werk,
dat bij ruilverkavelingen tegenwoordig meer en meer moet worden
verricht, nog geen andere grondslagen ter beschikking worden
gesteld dan de kadastrale kaart en/of de luchtfoto op kleine schaal.
Van geen van beide zijn de details af te lezenwaar mogelijk
worden deze nu in de laatste tijd door de verschillende cultuur
maatschappijen en ingenieursbureaux ten behoeve van de ruil
verkavelingsprojecten in de gegeven kadastrale kaart ingepast en
ingetekend, maar dit blijft tenslotte toch een lapmiddel.
Een nauwkeuriger resultaat zou waarschijnlijk verkregen kunnen
worden door met de kadastrale kaart (in R.D. verband) op het
planchet bevestigd, het terrein in te gaan en met behulp van de
vizierliniaal de bestaande toestand op te meten en in de aanwezige
grondslag in te tekenen.
Hierbij komt dan nog een voordeel van het planchet om de
hoek kijken, dat ik nog niet eerder heb belicht, maar nu hier
even wil aanstippen, n.l. de mogelijkheid om met de vizierliniaal
eventuele fouten of vertekeningen in de kadastrale kaart aan te tonen
Is nl. de laatste goed gemeten en gekaarteerd, dan zal, indien
het kadastrale plan gespannen is op het georiënteerde planchet,
wanneer de vizierlijn door een ver verwijderd punt gaat, ook de
liniaal door het overeenkomstige punt op het plan moeten gaan.
Zit er nu ergens een fout in de kaartering, dan zal iedere daardoor
veroorzaakte verschuiving of verdraaiing van het kadastrale ver
band zich onmiddellijk verraden, omdat in zo'n geval de liniaal
niet door het punt op de kaart gaat, waarop in het terrein gericht
wordt. Daar de kracht van het planchet ligt in het oriënteren
op ver verwijderde punten, staat hiermede één controle open op
het intrinsieke verband van de kadastrale kaart
93