immers ook de op het perceel rustende hypotheken royeren! W.
Poortman memoreert de ontwikkeling van de landschapsverzor
ging, Ir A. Govers vertelt over het recht van voorpoting in de
ruilverkaveling „Spoordonk", (een onderwerp, waarover wij door
een artikel van Mr L. J. Schiethart in het Aprilnummer van het
tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij meer bijzonder
heden vernemen, Red.) Ir H. P. v. d. Schaaf wijdt een bespreking
aan de regeling van zakelijke rechten, K. F. Lok koos als onder
werp ,,Bodemkaartering als hulpmiddel bij het ontwerpen van het
plan van wegen en waterlopen".
De collega's K. Prakken en J. H. v. d. Vrugt halen herinneringen
op uit de eerste jaren van de dienst, die met slechts enkele ambte
naren begonnen is.
Over de sanering schrijven Ir W. A. v. d. Werf, G. Bierma
en A. H. v. d. Nost. R. J. de Wit vertelt in een artikeltje over
Toponymie", dat ook op het punt van de naamgeving door de
jubilaris baanbrekend werk is verricht bij de eerste ruilverkave
lingen. Zo is er meer.
Dit jubileumnummer van de Ruilverkavelingsbode heeft een
ietwat intiem karakter door de aard van een zevental oorkonden,
waarop ook de handtekeningen van het personeel voorkomen.
Wij menen, dat de ambtenaren van de Ruilverkavelingsdienst
er in zijn geslaagd een op het vak afgestemde herinnering te heb
ben gepubliceerd, welke nog heel lang de aandacht gevestigd zal
houden op de goede samenwerking tussen deze vakgenoten.
De humane houding van het Hoofd van deze dienst heeft een
goede samenwerking in een sympathiek aandoende sfeer zeker
bevorderd!
Hypotheken op onroerende goederen 1951.
De na de bevrijding in 1945 aangevangen stijging van de aan
tallen en bedragen der nieuwe inschrijvingen zette zich verder
voort. Van 1946 af werden naar aantal en bedrag meer hypotheken
nieuw ingeschreven dan doorgehaald. Geleidelijk werden de voor
het hypothecaire crediet zo belemmerende bepalingen afgeschaft.
Natuurlijk zijn de gepubliceerde cijfers alle te hoog, aangezien
wel alle vestigingen van hypotheek ter kennis van de administratie
komen, maar schuldvermindering zelden, terwijl na algehele af
lossing eerst veel later een doorhaling van de inschrijving tot stand
komt en meermalen achterwege blijft. In 1879 en 1880 heeft voor
de laatste maal vernieuwde inschrijving plaatsgehad. Het aantal
ten onrechte niet-doorgehaalde inschrijvingen stijgt dus nog steeds.
Bij vernieuwing van de door oorlogsgeweld vernielde archieven
van het hypotheekkantoor te Middelburg bleken 1635 hypotheken
(22 van het openstaande bedrag op 26 Mei 1940) ten onrechte
niet te zijn doorgehaald, terwijl dit percentage bij de inschrijvingen
voor het kantoor Nijmegen gedurende 1948 ongeveer gelijk was.
112