Terreinopnamen me! plandie! en vizierliniaal (Een in het buitenland beproefde kaarteringsmethode, die ook in Nederland belangstelling zou mogen verdienen.) door Ir. F. VAN SCHAGEN. (Vervolg) In het eerste deel van dit artikel1) werd het wezen van de planchetopname behandeld en de verdichting van de hiertoe be nodigde meetkundige grondslag. In het hiernavolgende zal nu de detailopname worden besproken: Met de op blz. 43 genoemde uitrusting en het op kantoor gereedgemaakte en met calqueerpapier overtrokken blad alumi niumpapier2) op het planchet bevestigd gaat men nu het terrein in, waarvan men van te voren reeds heeft uitgezocht in welke volgorde men de verschillende terreinsectoren zal opnemen. In de eerste op te nemen sector aangekomen, stelt men het statief (bovenkant ongeveer op buikhoogte) boven een bekend punt op, bevestigt de plank op het statief en verwijdert de hoes (van zeildoek) van het planchet. De hoes wordt zodanig weg gelegd, dat deze van binnen niet nat kan worden. Vervolgens gaat men de plank oriënteren, eerst op het oog, zorgdragende dat de afbeelding van het bekende punt op het papier ten naaste bij loodrecht boven het stationspunt komt te liggen, en daarna met de vizierliniaal, waarbij men de liniaal parallel aan een ver weg gelegen bekend punt en het stationspunt legt en vervolgens op dit ver weg gelegen punt richt en dan de plank vastzet. Hierbij moet de plank natuurlijk reeds horizontaal zijn opgesteld, hetgeen men bij de oudere toestellen gecontroleerd heeft met het bijgegeven buisniveau en bij de nieuwe Kern R.K. 51 met het in het statief ingebouwde doosniveau. In het calqueerpapier zien we nog slechts de ronde uitgesneden openingetjes van het coördinatennet der R.D. (om de 5 of 10 cm), van de veelhoeks- en topopunten, van de randmerken en de noordrichting. Nu verwijderen we dat deel van het calqueerpapier, dat de op te nemen terreinsector bedekt en beginnen vervolgens op het blanke papier met de detailkaartering. Allereerst wordt de situatie van huizen en overige opstallen, wegen, waterlopen, terreinafscheidingen, kunst- en utiliteitswerken, afgraverijen enz. enz. opgenomen, waardoor een aantal punten, wat betreft ligging en hoogte, bekend raakt. Bij de opname van het relief (het schetsen der tranches) kan hiermede later rekening worden gehouden. Alle details, groter dan 0,2 mm in de schaal van de kaart, dienen opgenomen te worden. 84 1) Zie pag. 38 e.v. van deze jaargang. 2) Papier op aluminiumfoelie geplakt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 8