Men legge het planblaadje zo voor zich, dat de bovengenoemde
twee pijltjes uit het snijpunt van de rode assen naar boven en
naar rechts wijzen. Met de coördinatograaf worden de punten
ruit na ruit in deze volgorde gekaarteerd: eerst van onder naar
boven in de meest links gelegen ruitenkolomdan van boven naar
onder in de volgende ruitenkolomvervolgens van onder naar
boven in de derde ruitenkolom, enz. Op het planblaadje geve men
de volgorde aan door pijlen.
In de coördinatenlijst, waarvoor men het formulier Kad. nr. 31
kan gebruiken, schrijft men de punten met hun coördinaten in de
volgorde waarin de kaartering met de coördinatograaf zal ge
schieden, zoals deze in de vorige alinea is aangeduid. Indien het
aan te leggen plan in twee of meer kwadranten valt, verandert
men de coördinaten, alvorens ze in de lijst te schrijven, door ver
meerdering of vermindering met een constant getal, zodat alle
punten in één kwadrant komen te liggen. Voor alle andere schalen
van het plan dan 1 500, 1 1000, 1 2000 of 1 2500 moet men
de coördinaten, alvorens ze in de lijst te schrijven, tot een dezer
schalen herleidenzo zal men voor een kaartering op schaal
1 1250 de coördinaten tot de schaal 1 2500 herleiden door ze
met 2 te vermenigvuldigen.
Voordat met het aanleggen van een plan een aanvang kan
worden gemaakt, moet het papier in de gewenste ligging op het
karteerblad worden bevestigd met kleefstroken (niet met punaises,
want die zouden het kaarteerblad binnen korte tijd grondig bederven).
Als doeltreffend hulpmiddel voor het juist neerleggen van het
papier zijn op het karteerblad met potlood twee onderling lood
rechte lijnen (6 en 7) aangebracht, respectievelijk evenwijdig aan
de vaste en de beweegbare liniaal. Op het papier worden de af
standen behorende bij de vier uiteinden der assen uitgezet, waarna
het papier zolang verschoven wordt tot deze merktekens zo goed
mogelijk samenvallen met het potloodkruis op het kaarteerblad.
Het is zeer gewenst het assenkruis op bet planblaadje precies
loodrecht te tekenen. Doet men dit te onnauwkeurig, of past men
de vier afstanden bij de uiteinden der assen niet zorgvuldig ge
noeg uit, dan kan het gevolg zijn dat het plan bij het aanleggen
niet precies de gewenste stand krijgt en dat daardoor in het on
gelukkigste geval een stukje figuratie buiten het plan zou vallen.
Verder doet men er goed aan bij de met de coördinatograaf te
kaarteren punten die zeer dicht bij de rand van het papier vallen,
een aantekening te plaatsen, dat deze punten beslist op het plan
moeten voorkomen. Voordat het papier op het karteerblad van
de coördinatograaf wordt vastgehecht en mef het uitzetten der
punten wordt aangevangen, zal men zich dan eerst overtuigen of
deze punten aan de rand inderdaad wel op het papier terecht
komen.
144