In de aanwijzingen wor^ gevraagd vier afstanden aan te geven van de snijpunten der assen met de rand tot de meest nabij ge legen hoekpunten. Oeze afstanden dienen onafhankelijk van elkaar te zijn. In de praktijk komt het wel eens voor, dat men bij het uiteinde van Ce. twee afstanden opgeeft naar iedere zijkant één en dan 'deze voor twee telt. Dit is natuurlijk niet juist: de twee afstanden tellen samen slechts voor één. Ossaven mei landmeetkundige inslag Opgave XXXIV Over deze opgave is niet veel te vertellen; moeilijkheden of verrassingen waren er niet in verborgen. Misschien is het wel gewenst enige practische aanwijzingen te geven. Van één der eindpunten A, der polygoon zijn de coördinaten gegeven, die van het andere eindpunt B, moeten eerst worden berekend. Daartoe zijn ter beschikking de richtingsmeting op B naar de punten P, R en S benevens de coördinaten van deze punten. Die van B kunnen dus berekend worden met de barycentrische methode of volgens Cassini. Wanneer we een schets maken van de ligging der punten, zien we direct dat „Cas sini" hier de aangewezen weg is: de afstand RP is lang in ver houding tot BS en de hoeken die BS maakt met BR en BP verschillen niet veel van 100 graden. (Zie Harkink, Lager Land meetkundig Rekenen blz. 184.) Het is ons opgevallen dat verschillende inzenders geen gebruik hebben gesmaakt, of althans niets hebben vermeld, van de een voudige controle die op de berekening van de coördinaten van B is uit te oefenen. Wel worden dan de argumenten BP, BR en BS berekend (tenminste één ervan is nodig voor de verdere berekening) maar waarom wordt nu niet gedacht aan BS BR (BS) (BR) en BP BS (BP) (BS)? Op afrondingskwesties na moeten deze verschillen gelijk zijn. Het berekenen van de contröleargumenten is hier van veel minder waarde, omdat daar mede alleen maar de berekening van de argumenten wordt ge controleerd, terwijl, door de verschillen van de argumenten tet nemen, meteen de coördinaten van B worden getoest. Hierna is de berekening van de punten 1 t/m 8 aan de beurt. Daartoe moeten we, zoals aangegeven, de argumenten eerst vast stellen langs A—1—2—34—7—8—B. In het eindpunt B staan drie afsluitrichtingen ter beschikking. Omdat B met behulp van dezelfde richtingsmeting is berekend, is het onverschillig welke richting wij als afsluitrichting zullen kiezen. Willen we de totale hoekcorrectie heel mooi over de hoeken verdelen, dan geven we 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 25