P. S. TEELING:
De (rek der Technische Ambtenaren van het
Kadaster in de laatste halve eeuw
(Opmerkingen over de sociale mobiliteit en de horizontale
migratie van een bevolkingsgroep.)
Welhaast ieder onzer heeft in de afgelopen halve eeuw te
maken gehad met de trek der Technische Ambtenaren. Honderden
zijn in deze jaren verplaatst, al of niet naar een stad die hun
genegenheid bezat.
Tientallen zeiden de Landmeetkundige Dienst van het Kadaster
vaarwel, de een om te trouwen, de ander om elders in Nederland
of daarbuiten een beter betaalde of prettiger werkkring te aan
vaarden. In het eerste geval hebben we te maken met de ver
plaatsing van ambtenaren als onderdeel van wat prof. de Vooijs
noemde: de horizontale migratie in ons land. Het laatste betreft
de sociale mobiliteit, de beweeglijkheid en doorstroming (meestal
in opwaartse lijn) die in alle bevolkingsgroepen, in en tussen alle
maatschappelijke lagen van ons volk te onderkennen valt.
Het is, geloof ik, de moeite waard enige aspecten van het
migratieverschijnsel en enkele facetten der sociale mobiliteit van
kadastraaltechnische ambtenaren samen te bekijken, want iedere
verplaatsing, elk huwelijk van een collega, menige uittreding uit
de kadastrale dienst, betrof een mens die we kennen, iemand met
wie we samenwerkten wellicht, in elk geval een lid van onze
grote kadastrale familie.
Verplaatsing is een belangrijk maatschappelijk gebeuren, dat
ons opneemt uit vertrouwde omgeving en neerzet tussen vreemde
mensen in een nog vreemd geestelijk klimaat, een klimaat intussen
dat de vreemdeling meermalen zeer gunstige ontplooiingsmogelijk
heden biedt. In zijn uitstekende sociografie van Wageningen wees
Dr D. Rengeling hier reeds op, toen hij schreef: „de Wageningse
bemanning vaart óók al onder vreemde officieren".
Natuurlijk wil dit niet zeggen, dat verplaatsing van een land
meetkundig ambtenaar van het Kadaster met zich meebracht, dat
deze in zijn nieuwe standplaats al spoedig tot de „vooruitgeschovenen"
ging behoren, maar wèl, dat migratie de mogelijkheid van opname
in het (voor de betrokkene) meest-gunstige geestelijk klimaat
bevordert.
Vorming van jonge ambtenaren*
Deze algemeenheid heeft in onze kringen wel eens de gedachte
122