Vele facetten*
De migratie van technische ambtenaren heeft vele facetten en
één van die kanten is wel de meer of minder sterke mobiliteit
van een bureaubezetting. De betekenis van een ter plaatse inge
werkte technische bureau-ambtenaar wordt naar het schijnt vandaag-
de-dag niet zo heel hoog meer aangeslagen, doch is er daarom
niet minder reëel door. Het wil mij voorkomen, dat een sterke
doorstroming van personeel op bepaalde landmeetkundige bureaux
zoals zulks in m'n lijst tot uiting kwam een minder gunstige
invloed moet hebben op de goede gang van zaken. Ongetwijfeld
heeft de collega, die zulk een standplaats meer als tussenstation
beschouwt, er minder arbeidsvreugde dan hij gehad zou hebben
in een stad waar hij lange tijd hoopt te blijven. Vaak aanschouwt
men de paddi niet eens, die men zelf geplant heeft, laat staan
dat men (om met Multatuli te spreken) de vreugde beleeft van
het snijden van deze paddi.
Eindhoven telde tussen 1920 en 1933 wel 24 verplaatsingen naar
elders; Appingedam zag in die periode geen kans een tekenaar
langer dan een paar jaren te binden, evenmin als dat in Den Briel
ging. In de jaren 1925—1934 volgden te Tiel de pas-geslaagde
collega's elkaar met de regelmaat van gehouden examens op. Ook
Roermond was in mijn jonge jaren al een plaats met een sterk
personeelsverloop. Ik was er in de twintiger jaren een schakeltje
in de lange keten van personeelswisseling. Want na verplaatsing
van collega Delsing naar Den Haag (hij was 17 jaar in Roermond)
werd in 1922 collega A. Bakker er heen gezonden. Omdat in die
tijd de aanstelling van nieuwe tekenaars een jaar of vijf stokte,
kreeg Bakker eerst in 1927 de kans op overplaatsing. 1 Juni van
dat jaar (waar blijft de tijd!) kwam schrijver dezes in het stille
stadje aan de Roer en ruimde 13 maanden later het veld voor
collega Prins. Deze werd weer 19 maanden later opgevolgd door
de pas-geslaagde Polling, die 2 jaar en 5 maanden Roermondenaar
was. In 1932 kwamen voor hem en nog een „wegtrekker" de
collega's Bongaerts en mej. Hoekstra in de plaats. Bongaerts ging
na 9 maanden weer terug naar Amsterdam opgevolgd door coll.
Lodder, die reeds na 5 maanden naar Utrecht verhuisde. Januari
1934 tot November 1934 mej. Els Cartigny, Maart 1935 tot Sep
tember 1938 mej. Huizinga, Augustus 1939 kwam collega Piederiet
naar Roermond en ging 18 maanden later met vreugde in het
hart weer retour naar Eindhoven, opgevolgd door L'Ortije, die
vijf maanden later ruiling verkreeg met een collega te Maastricht.
Buiten deze continuïteit van snel opeenvolgende verplaatsingen
biedt dit kantoor sedert de eerste Wereldoorlog nog meerdere
voorbeelden van sterke personeelswisseling. De huidige boekhouder
W. F. de Bruijn (aan wie ik een kwart eeuw geleden een groot
deel van mijn gedegen opleiding te danken had) zat er 28/4 jaar,
127