De grote trek naar buiten, de combinatie van sociale mobiliteit en horizontale migratie, nam in de jaren na 1945 eerst recht een grote vlucht. Uitbreiding van de overheidstaak op het terrein van de ruimtelijke ordening en de reusachtige achterstand bij de woning en utiliteitsbouw brachten een stijging van de vraag naar (goed kopere) goed-onderlegde meetkundige arbeidskrachten. Een aantal collega's staken de Oceaan over en vestigden zich op de A.B.C.-eilanden, Benthem werd landschapsconsulent bij Staatsbosbeheer, Van Voorst trad in dienst van de gemeente Nijmegen; Afman, Bonder, Monen, Wilbrink, Vos en meerdere anderen verdwenen eveneens uit onze rijen, G. Zuidhoek vond een voordelig employ bij de Amsterdamse stadsontwikkeling, L'Ortye werd gemeente-landmeter van Maastricht, Van Herpen vond voor zijn bekwaamheden ontplooiïngsgelegenheid bij de Planologische Dienst van Noord-Brabant, collega Soeters ging naar de gemeente Rotter dam, De Haas naar Utrecht, E. Koopmans kwam bij de Water staat in Drente, Ashouwer werd hoofd van het landmeetbureau van Apeldoorn, Van Leeuwen en Ter Haar vonden eveneens elders de gewenste sociale verbetering, Troeleman werd in Suriname benoemd, ons redactielid Van de Hoek en collega Breemans zijn opgenomen in de staf van de Technische Hogeschool. Deze mobiliteit is nog lang niet tot stilstand gekomen, al heeft ook hier de latente crisis haar invloed doen gelden. Hoofdstuk apart, In de halve eeuw sociale mobiliteit van Technische Ambtenaren van het Kadaster neemt de „beweeglijkheid" van de vrouwelijke collega een afzonderlijke plaats in. De intrede van deze laatste dagtekent van 1916, toen mej. Van Baarle als eerste vrouwelijke tekenaar in Dordrecht werd aangesteld. In de 32 jaren nadien hebben 84 dames-collega's mede de landmeetkundige bureaux bevolkt, waarvan 72 tussen 1916 en 1933. Van deze 72 vrouwen zijn er na korter of langer tijd van werkzaamheid niet minder dan 61 weer de kadastrale dienst uitgegaan, grotendeels wegens huwelijk. Er zijn er bij, die nog geen jaar op de landmeetkundige dienst werkten, toen zij hun ontslag namen. Weer anderen verlieten ons na bijna twintig jaren werkzaam te zijn geweest. De ouderen onzer kennen nog vele namen, zoals die van mej. Keezer, mej. Bekink, de gezusters Gijzelaar, mej. De Wilde, Jo Tusveld, de dames Koorn en Jacobs, E. Mantel. Uit wat later jaren de gezusters De Jong, de zo tragisch om het leven gekomen H. Boersma, de dames Crucq en Pabst, T. en B. Dijkstra, de collega's Plinsinga en de Roos, C. Versteeg, mej. L. Poelman, mej. C. Bos, die de verpleegstersloopbaan prefereerde, en nog zo vele, vele anderen. Zij allen beïnvloedden door hun sterke sociale mobiliteit de horizontale migratie der technische ambtenaren. 129

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 9